Visible Mending oftewel zichtbaar repareren

Met visible mending worden gaatjes en vlekjes in een geliefd kledingstuk, of zelfs scheuren in je spijkerbroek op decoratieve wijze zichtbaar gerepareerd. Was het vroeger de bedoeling dat je kapotte kleding onzichtbaar stopte of repareerde en was het een teken van zuinigheid en armoede. Nu mag dat gewoon gezien worden en wordt het zelfs met trots gedragen.

Vintage gebreide borstrok met kleurige zichtbare reparaties.

De afgelopen jaren zijn er een aantal boeken over (Visible) Mending verschenen, waarvan ik er een aantal op een rijtje zet voor jullie. Ze variëren van praktische uitleg, tot een andere manier van leven en het geven van historische context of een combinatie van deze drie elementen. Maar altijd hebben de auteurs van de boeken de wens om de consumptie van nieuwe kleding te verminderen, oude kleding te herwaarderen (en te koesteren), minder kleding weg te gooien en ze langer te gebruiken met behulp van (zichtbare) reparatietechnieken.

Mend! – A Refashioning Manual and Manifesto

Is geschreven door Kate Sekules.

Mend! gaat in op het What (Wat is mending?), Why (Waarom werd er gemend/gerepareerd), When (Sinds wanneer), Who (Wie deed het en wie doet het nu), Where (waar werd het gedaan), How (Hoe kan je menden/repareren), Which (Welke soorten zijn er) en Whether.

10 Redenen om te ‘menden’/repareren.

In het Who wordt ook een Nederlands inititatief genoemd, Golden Joinery van Margreet Sweerts en Saskia van Drimmelen waar je met goud je reparatie maakt op een geliefd kledingstuk geïnspireerd op Kintsugi. In 2015 heb ik daaraan meegedaan tijdens de Dutch Design Week in Tilburg zoals je hier kunt lezen.

Mijn reparatie is o.a. opgenomen in de collectie van Golden Joinery.

Met goud zichtbaar een geliefd kledingstuk repareren. foto door Liesbeth Kaag.

Naast de verschillende (borduur)steken waarmee je kunt repareren, staat het boek vol met nuttige schema’s die aangeven of je iets kunt repareren, of het eenvoudig of moeilijk is, en welke techniek het beste bij de ondergrond past.

Een pagina uit Mend!.

Ook laat het verschillende manieren van patches zien, maar ook ‘unpatches’ waarbij je het gat juist benadrukt/accentueert, van darns/stoppen, het verstoppen of juist accentueren van vlekjes. Eigenlijk te veel om op te noemen. Hier kun je bij de uitgever een aantal pagina’s inkijken. Ik heb het met veel genoegen van helemaal gelezen en ieder hoofdstuk heeft me weer verrast.

Mending Matters

Is geschreven door Katrina Rodabaugh. Het heeft twee ondertitels, namelijk ‘A slow Fashion guide for a well-loved wardrobe’ en Stitch, patch and repair your favorite denim & more’.

Mending Matters van Katrina Rodabaugh.

In Mending Matters legt Katrina uit hoe zij begonnen is met haar levenslange reis naar Slow Fashion en een ‘sustainable’ kledingkast. Het is eigenlijk heel simpel: Start vanaf het hier en nu. Gebruik wat je hebt. Doe wat je kan (“Start where you are. Use what you have. Do what you can.” Arthur Ashe). In 2013 startte ze met het project ‘Make Thrift Mend’ waarbij ze zichzelf beloofde om een heel jaar geen nieuwe kleding te kopen.

Het menden/repareren kwam als een logisch gevolg op deze beslissing omdat de kleding die ze had door het gebruik kapot ging. Een ervaring die ze in het boek met ons deelt. Naast een hoofdstuk materiaal en hulpmiddelen en een hoofdstuk basis technieken laat ze verder verschillende vormen van menden/repareren zien. Stap voor stap neemt ze ons mee hierin met duidelijke foto’s en uitleg.

De combinatie van Sashiko en een ‘inside patch’.

Darning – repair, make,  mend

Is van de Japanse Hikaru Noguchi.

‘Darning’ van Hikaru Noguchi.

Haar belangrijkste hulpmiddel is de stoppaddestoel waarmee ze 12 verschillende ‘darn/stop’ technieken maakt. Overigens kun je ook een rond blikje of appel als stoppaddestoel gebruiken of, bij het repareren van de vingers van een handschoen, een bezemsteel.

Stoppen met behulp van een stoppaddestoel.

Bij de uitleg van de technieken legt ze duidelijk uit wanneer je welke techniek het beste gebruikt waarna ze de techniek met stap voor stap foto’s laat zien. Aan de orde komen:

  • zandsteek (seedstitch),
  • het vierkant,
  • de dubbele/omkeerbare stop,
  • de combinatie van zandsteek en vierkant,
  • driehoekige stoppen,
  • Engels stoppen,
  • accordion stoppen,
  • applicatie en omgekeerde applicatie,
  • kettingsteek,
  • festonsteek (in de Honycomb darn) en de festonwiel (in de Tambourine darn).

De zichtbare, decoratieve stop op een versleten kussen gemaakt met een festonsteek.

Verder laat ze in het boek Darning veel gerepareerde kledingstukken als truien, handschoen, sokken, sjaals maar ook kussens zien, waarbij de aangeeft welke reparatiekeuzes ze heeft gemaakt en waarom. Mijn favoriete onderdeel zijn de samplers aan het eind van het boek waar ze verschillende soorten stoppen/darns laat zien op ondergronden als breiwerk, katoen/linnen, tricot en denim.

Met de technieken uit het boek kun je lekker kleurige stoppen/reparaties maken zoals hier op de vintage borstrok.

Het laatste boek dat ik wil bespreken is net verschenen.

Mending with Love – Creative Repairs for Your Favorite Things

Is van Noriko Misumi.

Mending with Love van Noriko Misumi.

Mending with Love gaat specifiek in op het repareren van sokken, het repareren van vlekken, gaten en rafels en het bedekken van vlekken met stempels. Maar in het laatste hoofdstuk gaat ze net een stapje verder door oude items om te toveren tot dingen die je nog leuker ezult vindt. Zo maakte ze een pannenlap van een oude trui die ze niet meer droeg.

Een pagina uit het boek met een duidelijke stap voor stap uitleg over hoe je een gat in je sok kunt repareren.

Het boek is een combinatie van stap voor stap uitleg van reparatietechnieken en veel voorbeelden en foto’s waarbij uitgelegd wordt wat het specifieke probleem was en hoe ze het heeft opgelost. Hierdoor wordt het heel tastbaar en is het zeer inspirerend om te zien wat er allemaal mogelijk is.

Een mooi voorbeeld hoe je een vlek op een werkbroek kunt bedekken met borduurwerk.

Aan het eind van het boek vind je een appendix met de verschillende reparatietechnieken duidelijk uitgelegd in stekentekeningen.

Wellicht hebben jullie ook nog voorbeelden van goede, leuk en vooral inspirerende boeken met betrekking tot visible mending. Laat het me weten via info@treeofneedlework.nl, dan voeg ik ze toe.

 

 

Bewogen wit

Ken je dat, dat je al jarig bezig bent met dingen, in mijn geval borduurwerk, dat schijnbaar totaal niets met elkaar te maken heeft. En dat je ineens de verbinding tussen al die losse werkjes kunt maken, waardoor er één geheel ontstaat, één thema. Dat had ik met mijn proefjes/samples van verschillende borduurtechnieken, vaak wel gemaakt in wit, offwhite of naturel, en, dat weet ik nu, allemaal vallend binnen het thema Bewogen wit.

Online cursus ‘Het Kunstkabinet/Cabinet of Curiousities’

Om iets nieuws te leren ben je nooit te oud. Ieder jaar probeer ik een cursus of workshop te volgen waarin ik nieuwe dingen leer. Naast borduurgerelateerde workshops zoals die van de Stitchclub van Textileartist.org probeer ik ook andere technieken of invalshoeken uit, die ik dan later weer in mijn borduurwerk kan integreren. Zo heb ik in de zomer van 2019 bij CREA in Amsterdam de zomerweekcursus Collage gevolgd. Hier heb ik daar verslag van gedaan.

Dit jaar kwam ik bij MK24 de online cursus ‘Het Kunstkabinet/Cabinet of Curiosities’ gegeven door Iris Kloppenburg tegen. Hierin maakte je aan de hand van een bestaand kunstwerk een vertaling naar een Cabinet of Curiosities, ook wel Kunstkabinet of Rariteitenkabinet genoemd.

Volgens Wikipedia is een kunst- en rariteitenkabinet een kast waarin een verzameling van kunst en rariteiten kon worden bewaard. Het was vooral populair in de 16e, 17e en 18e eeuw.

Onder ‘rariteiten’ verstaan we zeldzame voorwerpen die meestal werden ingevoerd van buiten Europa. Dat konden vreemde schelpen zijn, zoals de nautilusschelp, struisvogeleieren, mineralen, kristallen, edelstenen, parels, opgezette dieren, exotische dieren – de aankomst van een neushoorn in 1515 veroorzaakte al een hype, de Surinaamse pad zou erg populair worden in rariteitenkabinetten – en gedroogde planten. Ook inheemse eigenaardigheden zoals narwaltanden en Siamese tweelingen werden erin opgenomen. De ‘kunstcollectie’ omvatte bovenal schilderijen en prenten.

Aartshertog Leopold Wilhelm in zijn kunstgalerij in Brussel, geschilderd door David Teniers II.

Het woord kabinet sloeg aanvankelijk op het opbergmeubel waarin deze voorwerpen verzameld werden. Mettertijd ging men de kamer waar de ‘rariteiten’ opgeslagen waren kabinet noemen en ten slotte omvatte het woord kabinet de hele verzameling.

Het doel was het systematiseren van kennis, een soort voorloper van Wikipedia dus.

Mijn inspiratie

Geïnspireerd door één van de reliëfs van Jan Schoonhoven ging ik aan de slag.

Jan Schoonhoven – Combinatie 1968

Bijzonder aan de reliëfs van Jan Schoonhoven vind ik dat je, ondanks dat het in één kleur – wit – uitgevoerd is, afhankelijk waar je staat toch verschillende kleuren ziet. En dat het wit daardoor lijkt te bewegen. Dit komt o.a. door de schaduwwerking en het reliëf in het werk. Dat kan je niet goed ziet op de foto hierboven, maar wel op een zijaanblik van een ander werk.

Een zijaanzicht van een van de reliëfs van Jan Schoonhoven.

De textuur van de reliëfs deed me denken aan allerlei handwerktechnieken met reliëf zoals Zaans stikwerk of smockwerk. Ook had ik tijdens Broodje Breien van Loret Karman ooit gespeeld met de reliëfwerking van simpel breiwerk in recht en averechte steken en dat geprobeerd om te zetten in borduurwerk.

Een mooie gelegenheid dus om mijn uitgebreide proefjesverzameling eens op een bijzondere manier te presenteren in een kunstkabinet/rariteitenkabinet onder de naam ‘Bewogen wit/Ripled white’.

Bewogen wit 01-2021

Omdat voor mij het rariteitenkabinet geen stilstaand/vast beeld is, maar in beweging blijft door nieuwe toevoegingen of andere combinaties heeft mijn Kunstkabinet ‘Bewogen wit’ verschillende niet vaststaande vormen. En net als Jan Schoonhoven heb ik die met een (volg)nummer en een jaartal aangegeven.

De eerste variant is neergelegd als een ‘flatlay’ en gefotografeerd van bovenaf (birdeye view). En ondanks dat het ‘plat’ is, zie je toch duidelijk de texture en schaduwwerking van de verschillende onderdelen.

Het Kunstkabinet ‘Bewogen wit’ als flaylay.

Door het vanuit een andere hoek te fotograferen krijg je een ander beeld.

Vanuit een andere hoek.

Ook zie je sommige details dan beter.

Bewogen wit 02-2021

De tweede variant is meer gepresenteerd als een Wonderwall (een rariteitenkabinet werd ook wel Wunderkammer of Wonderkamer genoemd).

Kunstkabinet ‘Bewogen wit’ 02-2021/Majo van der Woude

Van de zijkant zie je goed de verschillende reliëfs.

De verschillende handwerktechnieken zijn min of meer gegroepeerd in de losse lijsten.

Borduurwerk en breiwerk.

Zandrimpels en vultechnieken als Zaans stikwerk en boutis.

Smockwerk en stofmanipulatie.

In en op het kastje/kabinetje liggen dingen als schelpen, zeeglas, bijzondere garens en Lammechientje, het bordurende zusje van Bartje.

Een minirariteitenkabinet in het grotere Rariteiten/Kunstkabinet.

Deze hoorde er natuurlijk ook bij.

En verder nog.

Stof manipulatie op zijn best.

Bewogen wit 03-2021

Onderdeel van de tweede variant, maar ook op zichzelf staand, is het werk wat ik naar aanleiding van de 2021 Community Stitch Challenge van Textileartist.org maakte, geïnspireerd door een workshop van Merill Comeau.

Bewogen wit 03-2021/Majo van der Woude

In tegenstelling tot ‘Bewogen wit 01-2021’ en ‘Bewogen wit 02-2021’ is dit wel een ‘blijvend’ werk.

Detail met smockwerk, bewerkt kant, textiel collage en geborduurde tekst.

En zo komt alles weer samen.

Challenge Oude Borduurpatronen april 2021

Het is de derde donderdag van april 2021, tijd voor een nieuwe Challenge Oude Borduurpatronen.

In mijn hoofd had ik iets anders bedacht, en dat ligt ook al klaar, maar toch heb ik gekozen voor dit patroontje uit Vrouw en Huis, nummer 9, 7e jaargang, 4 maart 1954. Het is namelijk een heel leuk randje dat je op verschillende manieren kunt borduren.

April 2021 patroon van de Challenge Oude Borduurpatronen.

Het patroon vind je hier.

Met verschillende borduursteken

Allereerst heb ik wat gespeeld met het patroon. In het originele patroon zitten de takjes met de 3 blaadjes aan de buitenkant en daar heb ik een variant op gemaakt door die takjes aan de binnenkant te plaatsen.

Wat spielerei met het originele patroon.

Eronder heb ik 3 dezelfde lijnen onder elkaar getekend. Vervolgens heb ik patroon omgedraaid en op de stof getekend met de lichtmethode. Ik gebruik daarvoor een lichtbak/-plaat, maar je kunt ook een raam gebruiken.

Ik wilde namelijk eerst wat stekencombinaties uitproberen.

Verschillende mogelijkheden op het randje te borduren.

In de bovenste rij is de steel geborduurd in stiksteek en de blaadjes in een losse kettingsteek.

Blaadjes in losse kettingsteek, steel in stiksteek.

Vervolgens is in de tweede rij de steel geborduurd met een steelsteek, wat een vloeiender geheel geeft. De blaadjes zijn geborduurd met satijnsteken.

Deze is geborduurd met satijnsteken en de steeksteek.

En de laatste rij is geborduurd met de steel in splijtsteek en de blaadjes met een losse kettingsteek waarna er een losse steek ingeborduurd is om hem een beetje op te vullen.

Als je een losse steek in de kettingsteek borduurt, wordt je blaadje wat gevulder.

Met de verschillende steken voor de steel en de blaadjes kun je weer andere combinaties maken.
Zo is het bovenste randje geborduurd met de steelsteek en de ‘gevulde’ losse kettingsteek.

Twee verschillende randjes.

En in het onderste randje heb ik alleen maar kettingsteken gebruikt (als lijnsteek en los).

Geborduurd met Paradijsgaren.

Alle randjes zijn geborduurd met Paradijsgaren uit de 5300 serie met de prachtige naam klaverveld.

Met verschillende garens

Naar aanleiding van de blog Variaties op een thema, patroon van de Faroër eilanden kreeg ik van Monique de tip dat je door te werken met verschillende garens je ook nieuwe variaties kunt krijgen. Een super idee om met deze randjes eens uit te proberen.

Geborduurd met de steelsteek en een ‘gevulde’ losse kettingsteek.

De bovenste rij is geborduurd met moerbeizijde van Blomsterstuga.
Wonderfil Eleganza is het tweede garen waarmee geborduurd is. Die is vergelijkbaar met Perlé nr. 8. De kleur is er eentje uit de Sue Spargo collectie. Deze kun je o.a. bij Heikina vinden.
En de laatste rij is geborduurd met katoen van Tentakulum uit de serie Painter’s Thread Grandma Moses.

De blaadjes in de laatste rij zijn met een losse steek gemaakt.

Voor de bovenste rij heb ik dunne borduurwol van Blomsterstuga gebruikt, ooit gekocht op de Handwerkbeurs in Zwolle.
De tweede rij is geborduurd met zijde van The Silk Mill. Die glanst heel mooi, al zie je dat niet zo goed op de foto.
En in de laatste rij heb ik de steel geborduurd met splijtzijde en de blaadjes met dikke Tapisseriewol. Een idee wat ik opgepikt heb uit het boek Simply Stitched van Yumiko Higuchi.

Afhankelijk van het effect wat je wilt krijgen en de toepassingen die je wilt borduren (niet alle garens zijn geschikt om in de wasmachine te gooien) kun je aan de hand hiervan dus een goede keus maken.

Ik ben benieuwd naar jullie varianten op dit elegante randje. Laat ze vooral zien op de Facebookgroep. Ik wens je veel borduurplezier.

Challenge Oude Borduurpatronen

Ben jij al gestart met de Challenge Oude Borduurpatronen?

Alle patronen tot nu toe kun je hier bij elkaar vinden.

Ik hoop dat jullie ook weer geïnspireerd zijn voor het maken van een eigen (geborduurde) versie.

Iedereen kan mee doen. Ga gewoon lekker aan de slag met een techniek die je goed ligt of leuk vindt. Of probeer nu eens een andere techniek en ga wat experimenteren. Het delen van je resultaten is leuk, maar hoeft niet perse. Laat wat van je horen op de Facebook-groep Challenge Oude Patronen. Daar staan al een aantal uitwerkingen van deelnemers.

De volgende Challenge Oude Borduurpatronen zet ik 20 mei 2021, de derde donderdag van mei, op de website.