Challenge Oude Borduurpatronen juli 2021

Een week later als normaal (het is de vierde week van juli 2021 en niet de derde) een nieuwe Challenge Oude Borduurpatronen. Ik had me verkeken op de tijd en was vorige week nog niet klaar met de borduurwerkjes voor juli.

Deze keer een patroon uit Vrouw en Huis, nr 19e – 7e jaargang, 13 mei 1954. De omschrijving is: Schaduwwerk – borduurmotief – servetzakje.
En laat ik er nu geen schaduwborduurwerk van gemaakt hebben. Al is dat wel een leuke optie, nu ik er over nadenk.

Originele patroon de ik gebruikt heb voor de Challenge van juli 2021.

Het patroon vind je hier.

Zaans Stikwerk

Eind juni heb ik tijdens de tentoonstelling Haute Bordure in het Fries Museum namens de Craftscouncil en in het kader van de Borduurschool een Masterclass Zaans Stikwerk gegeven. Dit maakt dat ik weer met heel andere ogen naar patronen aan het kijken ben.

Dit patroon ‘riep’ dan ook om een reliëftechniek als Zaans Stikwerk.
Zaans of Zaanlands stikwerk is een reliëf borduurtechniek die gebruik maakt van verschillende lagen stof. Met een stiksteek (of rijgsteek) worden motieven op de stof geborduurd waarna verschillende gedeeltes vanaf de achterkant opgevuld worden met dik garen en er zo reliëf ontstaat.

Je werkt dus met 2 lagen stof. Een fijne bovenlaag, waar je het patroon op tekent met een uitwisbare stift. Ik gebruik daarvoor een Frictionpen die je later met hitte (strijkbout of föhn) verwijderd. Een een grovere onderlaag, bijvoorbeeld van kaasdoek.

Fase 1: het borduren van de stiksteken.

Het is belangrijk dat je de twee lagen goed op elkaar rijgt zodat ze niet verschuiven. Vervolgens borduur je de lijnen met een stiksteek.

Alle stiksteken zijn geborduurd.

De volgende stap is dat je de penstrepen verwijderd met hitte.

Zonder penstrepen is het patroon nog net te zien.

Fase 2 is dat je de tunnels die nu zijn ontstaan via de achterkant vult met dik katoenen garen.

Vullen vanaf de achterkant.

En dat geeft reliëf aan de voorkant.

Hier kun je het reliëf goed zien.

Je ziet waar de dikke draden zitten als je het werk tegen het licht houdt.

 

Met mijn ‘alltime’ favoriete borduursteek, de kettingsteek

Het tweede voorbeeld wilde ik op gekleurde stof maken. Hiervoor heb ik geel/goud/oker linnen gebruikt. Pff wat is het moeilijk om die kleur fatsoenlijk op een foto te krijgen. Zoals je zult zien is dat niet helemaal gelukt.

Ik had van te voren geen vastomlijnd idee wat ik met dit lapje zou willen doen. Stap 1 was om het patroon op de stof te zetten. Met de lichtmethode zag ik het patroon niet door de stof, dus heb ik SoluVlies gebruikt dat ik na borduren kon wegspoelen.

De lijnen zijn met stiksteken geborduurd.

Omdat ik nog niet precies wist wat de vervolgstap was, leek het me handig om in ieder geval de contourlijnen te borduren voordat ik de SoluVlies wegwaste.

De kleur van het lapje en borduurwerk is op deze foto helemaal weggevallen maar je kunt nog wel zien dat alle contourlijnen geborduurd zijn.

Een beetje saai dus. Misschien had ik toch een contrasterende kleur moeten nemen om het patroon beter te laten uitkomen.
De andere optie was om het patroon helemaal te vullen. En hier kwam mijn favoriete borduursteek weer van pas, de kettingsteek.

Kettingsteken borduren is zo leuk.

En zo zien ze er dus samen uit.

Je ziet dat de lijnen gevuld met kettingsteken ook wat reliëf geven.

Misschien wil één van jullie wel een voorbeeld met een contrasterende kleur maken als variatie.

Nog even terugkomend op schaduwwerk

Mocht je de techniek van schaduwborduren willen uitproberen met dit patroon, gebruik dan een dunne, doorzichtige of bijna doorzichtige stof. Teken het patroon op de achterkant, want voor schaduwborduurwerk gebruik je de flanelsteek vanaf de achterkant. Op de voorkant zie je dan het borduurwerk van de achterkant doorschemeren terwijl je daar verder alleen stiksteken ziet.

Een voorbeeld van schaduwborduurwerk.

Vergeet niet om je borduurwerk te delen op de facebookgroep.

Challenge Oude Borduurpatronen

Ben jij al gestart met de Challenge Oude Borduurpatronen?

Alle patronen tot nu toe kun je hier bij elkaar vinden.

Ik hoop dat jullie ook weer geïnspireerd zijn voor het maken van een eigen (geborduurde) versie.

Iedereen kan mee doen. Ga gewoon lekker aan de slag met een techniek die je goed ligt of leuk vindt. Of probeer nu eens een andere techniek en ga wat experimenteren. Het delen van je resultaten is leuk, maar hoeft niet perse. Laat wat van je horen op de Facebook-groep Challenge Oude Patronen. Daar staan al een aantal uitwerkingen van deelnemers.

De volgende Challenge Oude Borduurpatronen zet ik 19 augustus 2021 op de website.

Strijkpatronen

Onlangs kreeg ik van een borduurvriendin een aantal strijkpatronen. Het was een bonte collectie van oude patronen zonder duidelijke herkomst en strijkpatronen uit tijdschriften als de Burda en de Margriet uit de jaren ’70/’80 van de vorige eeuw.

Dat, gecombineerd met het feit dat het Engelse tijdschrift Love Embroidery geregeld als cadeautje strijkpatronen meestuurt, triggerde de tot een uitprobeer sessie.
Wat wilde ik weten:

  • zijn de oude(re) strijkpatronen nog steeds te gebruiken?
  • hoe werkt dat, strijkpatronen?
  • en waarom gebruik ik ze tot nu toe amper?
Wat is een strijkpatroon?

‘Een strijkpatroon is een patroon dat met een speciale inkt in spiegelbeeld is gedrukt, zodat het leesbaar is wanneer het op een te borduren stof wordt gestreken. De inkt lost op door de hitte van een strijkijzer. Het patroon kan in zijn geheel op de stof gestreken worden, maar alle onderdelen zijn natuurlijk ook los toe te passen. Knip in dat geval het desbetreffende gedeelte zorgvuldig uit en strijk het op de stof. Let er dan wel op dat de stof naast het papier niet schroeit. Doorgaans kan een patroon verschillende malen gebruikt worden.’
Bron: Margriet

Overigens geeft de Margriet als advies het alleen als strijkpatroon op 100% katoen te gebruiken. Wil je het op synthetische stof of badstof gebruiken dan geven ze andere manieren om het patroon op de stof te zetten, waarbij je het patroon op tekenpapier strijkt in plaats van op de stof.

Hoe werkt het?

Ook weer uit de Margriet: ‘Speld het patroon, met de goede kant van de stof. Strijk het met een heet strijkijzer op de stof. Haal het patroon eraf en kijk of alle onderdelen goed gepakt hebben. Teken eventuele onderbrekingen met een scherp potlood bij.’

De gebruiksaanwijzing van een Eudora-strijkpatroon zijn wat uitgebreider. En ik wilde dat ik die eerder had gelezen, zoals je later zult zien.

  1. knip de delen weg welke niet op de stof moeten worden afgedrukt. Nummers e.d.
  2. Probeer welke temperatuur de stof kan verdragen en maak een proefdruk met de weggeknipte delen.
  3. Leg het strijkpatroon met de bedrukte zijde tegen de stof. Even vastspelden om verschuiven te voorkomen. Strijk nu met een goed warm ijzer in één richting over het patroon en U maakt een onberispelijke afdruk.
Mijn uitprobeersels

Aan de slag dus. Te beginnen met wat in mijn ogen een ‘echt’ oud strijkpatroon was.

Veel bloemetjes op de strijkpatronen.

Eerst het gedeelte van het patroon uitknippen wat ik op de stof wilde strijken.

Het uitgeknipte patroon.

Ik gebruik eigenlijk altijd bakpapier als bescherming voor het strijkijzer als ik iets wil strijken op stof.

Je ziet het strijkpatroon nog net onder het bakpapier.

Vergeet niet, voorzichtig te checken of het strijkpatroon goed op de stof is geprint.

Even een check.

En uiteindelijk ziet het gestreken patroon er zo uit op de stof.

Niet helemaal scherp, maar wel goed zichtbaar.

Uit een Margriet uit 1984 kwam een strijkpatroon van een kleurig alfabet.

Het ziet er altijd een beetje gek uit als de tekst in spiegelbeeld staat.

Het komt goed.

En geborduurd.

En als laatste een strijkpatroon uit Love Embroidery. Hier heb ik wat meer over dit borduurtijdschrift verteld.

Zeetafereeltjes, altijd leuk om te borduren.

Mmmm, niet zulke scherpe lijnen.

Maar gelukkig kun je daar overheen borduren.

Wat is er hier gebeurd?

En een scherpere print op de strijkplankhoes.

Conclusie: De oudere strijkpatronen zijn nog steeds goed te gebruiken. Als ze een wat lichtere afdruk geven dan kun je ze altijd even bijtekenen met een potlood of Frictionpen.
De nieuwe, bijvoorbeeld uit een tijdschrift als Love Embroidery zijn ook prima te gebruiken. Als je een wat scherpere tekening op de stof wilt hebben kun je altijd overwegen op een afdruk op papier te strijken en die te gebruiken om het patroon op de stof te tekenen met bijvoorbeeld de lichtmethode (raam of lichtbak/-plaat). En verder is het gebruik van een (dubbele) laag bakpapier ter bescherming van je strijkijzer en je strijkplankhoes wellicht aan te raden.

Wat ik overigens niet geprobeerd heb, is het aantal keren dat je een patroon kunt gebruiken. Misschien een volgende keer.

Nog wat tips

Vergeet niet om teksten als ‘Deze kant op de stof leggen’ of nummers weg te knippen. Anders krijg je dit:

Had ik maar alle instructies eerst gelezen…

Sommige strijkpatronen lenen zich bij uitstek voor het maken van leuke kindervoorstellingen. Strijk deze patronen af op papier en maak zo een eigen gemaakt kleurboek (Tip van Eudora).

En als je een strijkpatroon meerdere keren wilt gebruiken, kun je ook altijd overwegen om het op papier te strijken of over te trekken.
Dat laatste heb ik met dit strijkpatroon uit de Burda 8/79 gedaan.

Burda-Aufbügelmuster 8/79

Ook omdat ik het op een zwarte ondergrond wilde borduren. De borduurwol komt van Blomsterstuga.

Geborduurd met wol op een zwart wollen ondergrond.

Challenge Oude Borduurpatronen juni 2021

Ongelofelijk hoe snel de tijd gaat, het is al weer halverwege het jaar en over een paar dagen begint officieel de zomer. Maar het is ook de derde donderdag van juni 2021, dus tijd voor een nieuwe Challenge Oude Borduurpatronen.

Deze keer met bloemmotiefjes die leuk zijn om op kleine cadeautjes te borduren of je kleding mee te versieren. Ze deden me denken aan het Empirejak dat nu tentoongesteld is tijdens de tentoonstelling Haute Bordure in het Friesmuseum. Het jak is vol geborduurd is met kleine bloemmotieven.

Op dit jak zijn 30 verschillende bloemmotieven geborduurd waarvan er eentje is uitgewerkt in DIY-instructies tijdens de tentoonstelling Haute Bordure in het Fries Museum.

Over deze motiefjes en de DIY-instructies die ik voor het Fries Museum heb gemaakt, heb ik hier eerder geschreven.

De patroontjes komen uit Vrouw en Huis, nr 25 – 7e jaargang, 24 juni 1954. En als omschrijving staat erbij: Uitgewerkte motieven BLOEMENWEELDE voor allerlei handwerken.

Kleine motiefjes met bloemen.

Dit is het boeket wat erbij hoort.

Bloemenweelde.

 

Het patroon met zeven bloemmotiefjes vind je hier.

Uitwerkingen bloemmotiefjes

De eerste is een rozenbottel.

De tekening van de rozenbottel,

En uitgewerkt wordt dat:

De geborduurde rozenbottel.

Gebruikt zijn de steelsteek, satijnsteek en losse steekjes voor de takjes.

De tweede is een viooltje.

De tekening van het viooltje.

En uitgewerkt wordt dat:

Het viooltje in satijnsteken.

Ik heb traditionele kleurtjes gekozen, maar violen komen natuurlijk in allerlei kleuren.

Winterviool, bron: moarre-ljussens.frl

En als derde margrietjes.

De tekening van de margrietjes.

De bloemetjes van de margriet heb ik geborduurd in de losse kettingsteek. Die werd vroeger ook wel de margrietsteek genoemd, en in het Engels noemen we hem nog steeds de lazy daisy.

Geborduurde margrietjes.

En nu zijn jullie aan de beurt

Deze keer heb ik niet alle zeven bloemmotiefjes uitgewerkt, maar slechts drie. De vier andere laat ik aan jullie over. Inspiratie is overal te vinden.
Bijvoorbeeld bij het fuchsia motiefje.

Fuchsia motief.

Op het internet vind je allerlei foto’s van fuchsia’s die je kunt gebruiken als inspiratie voor de kleuren.

Hardy Fuchsia, bron: Mariasblooms.com

Of deze:

Hang fuchsia, bron: kwekerij-onderdijk.nl

Of je vindt ze in je eigen tuin.

Deze kan ik niet echt thuisbrengen, maar ik zie wel allerlei borduursteken om uit te proberen als de losse kettingsteek en het Franse knoopje. Het leuke van een fantasiebloemetjes is natuurlijk wel dat alles kan en mag. Ik ben benieuwd naar jullie versie van het volgende bloemetje.

En een takje met besjes is ook altijd leuk. Met rode besjes krijg je een winterachtig/kerstgevoel, met gele besjes denk ik weer meer aan de lijsterbes.

Takje met besjes.

Bonus

En dit patroontje ben ik vergeten op het patronenvel te zetten, maar ik vind het toch te leuk om het niet te delen.

Bonus motiefje.

Ik denk hierbij bijvoorbeeld als de klaverbloem in lila/paars of …. Misschien voor een geborduurde knoop of zo.

Vergeet niet om de geborduurde bloemetjes te delen op de facebookgroep.

Challenge Oude Borduurpatronen

Ben jij al gestart met de Challenge Oude Borduurpatronen?

Alle patronen tot nu toe kun je hier bij elkaar vinden.

Ik hoop dat jullie ook weer geïnspireerd zijn voor het maken van een eigen (geborduurde) versie.

Iedereen kan mee doen. Ga gewoon lekker aan de slag met een techniek die je goed ligt of leuk vindt. Of probeer nu eens een andere techniek en ga wat experimenteren. Het delen van je resultaten is leuk, maar hoeft niet perse. Laat wat van je horen op de Facebook-groep Challenge Oude Patronen. Daar staan al een aantal uitwerkingen van deelnemers.

De volgende Challenge Oude Borduurpatronen zet ik 22 juli 2021 op de website, dat is een week later dan gebruikelijk.

2 weken vol met zomerborduurworkshops

Net als vorig jaar organiseert Tree of Needlework in augustus twee themaweken vol met zomerborduurworkshops.
Speciaal voor borduurliefhebbers die kennis willen maken met verschillende borduurtechnieken of gewoon lekker in de zomer samen willen borduren.

Tijdens de week worden er van maandag t/m vrijdag borduurworkshops gegeven binnen een thema. Er zijn twee sessies per dag, van 10.00 – 12.30 uur en van 13.30 – 16.00 uur. De klas is klein, maximaal 4 cursisten, waardoor er veel persoonlijke aandacht is. De zomerworkshops zijn geschikt voor zowel beginners als de meer ervaren borduurster/der.

Themaweek Folklore borduren: Hongaars borduurwerk – 2 t/m 6 augustus 2021

Zomerweek Hongaars borduurwerk 2021

De zomerborduurworkshops in week van 2 t/m 6 augustus staan in het teken van Folklore borduren en specifiek het Hongaarse borduurwerk.
In deze week bezoeken we een aantal streken in Hongarije en met name die streken die bijzonder folkloristisch borduurwerk hebben.

We reizen kriskros door het land en gaan naar het Noordoosten/Csenger, Zuiden/Chongrád en Sarköz, Westen/Buszak en starten net boven Budapest in het Noorden bij de Palóc. De borduurtechnieken uit de verschillende streken zijn vaak te herkennen aan de verschillende kenmerkende motieven al worden ze vaak wel in dezelfde kleuren (wit, rood, blauw en/of zwart) uitgevoerd.

Een kaart van Hongarije met de verschillende soorten borduurwerk.

De onderwerpen van deze week zijn:

Maandag 2 augustus 2021: Palóc borduurwerk

Typisch borduurwerk van de Palóc.

Dinsdag 3 augustus 2021: Borduurwerk uit Sarköz

Een geborduurd randje van een mutsje uit Sarköz.

Woensdag 4 augustus 2021: Borduurwerk uit het noordoosten van Hongarije/Csenger

Borduurwerk voor op kussens.

Donderdag 5 augustus 2021: Hongaars wit borduurwerk

Met dit hartmotief gaan we aan de slag.

Vrijdag 6 augustus 2021: Borduurwerk uit Buszak

Origineel borduurwerk uit Buszak.

Meer informatie over de afzonderlijke zomerborduurworkshops binnen dit thema vind je hier.

Laat je lekker inspireren door het bijzondere borduurwerk uit Hongarije. Je kunt je opgeven voor één techniek, maar er ook een echte vakantieweek van maken en alle technieken uitproberen.
In het atelier is een uitgebreide bibliotheek met borduurboeken en veel Hongaarse patronen waar je vrij in kunt rondneuzen.

 

Themaweek Borduren met reliëf – 9 t/m 13 augustus 2021

De zomerborduurworkshops in de week van 9 t/m 13 augustus staan in het teken van het borduren met reliëf. We gaan in deze week met allerlei borduurtechnieken aan de slag die op de een of andere manier reliëf aan je borduurwerk geven.

Maandag 9 augustus 2021: (3D) Roosjes borduren

(3D) Roosjes geborduurd met de steelsteek.

Dinsdag 10 augustus j2021: Zaans stikwerk

Traditioneel Zaans Stikwerk (kraplap uit Collectie Fries Museum).

Woensdag 11 augustus 2021: Plushwork

Door verschillende kleuren wol te gebruiken krijg je een verrassend effect.

Donderdag 12 augustus 2021: Candlewicking

Candlewicking maak je o.a. met de Colonial knot.

Vrijdag 13 augustus 2021: Borduren anders: mosje/landschap met 3D borduursteken en verrassend materiaal

Blauw/zee-landschapje

Meer informatie over de afzonderlijke zomerborduurworkshops binnen dit thema vind je hier.

Laat je lekker inspireren door de verschillende manieren om reliëf in je borduurwerk te creëren. Leer wat nieuws of ga aan de slag met verrassende materialen. De workshops zijn geschikt voor beginners, maar ook voor de geoefende borduurster/borduurder die een nieuwe techniek wil leren of wil experimenteren.

Locatie en kosten

Alle zomerborduurworkshops vinden plaats bij Tree of Needlework, Concordiastraat 68, studio 122 in Utrecht. De Concordiastraat is op loopafstand van Centraal Station Utrecht (ca. 20 minuten) of Station Zuilen (ca. 10. minuten) en makkelijk bereikbaar met het Openbaar Vervoer. Je kunt gratis parkeren op het eigen terrein.

Kosten:  € 45 (incl. BTW), incl. koffie/thee/wat lekkers en een uitgebreid materiaal pakket.

Je bent van harte welkom.

Challenge Oude Borduurpatronen mei 2021

Het is de derde donderdag van mei 2021, tijd voor een nieuwe Challenge Oude Borduurpatronen.

Na alle geborduurde bloemen van de afgelopen periode had ik deze keer de behoefte aan iets anders.
Op het patronenblad van Vrouw en Huis, nr 24 – 5e jaargang 14 juni 1952 vond ik een grappig patroontje van een gestyleerd vogeltje en daar ben ik mee aan de slag gegaan. Oorspronkelijk is het patroon voor een kleedje met in het midden een cirkel met 12 vogeltjes en in de hoeken telkens 4 vogeltjes.

Een patroontje van een vogeltje deze keer.

 

Het patroon van het hoekmotief met de 4 vogeltjes vind je hier.

Vogeltjes op een servet

Als eerste mogelijkheid heb ik het hoekmotief gebruikt om te borduren op een lichtblauw servet. Omdat ik geen ster in afwerken ben, gebruik ik vaak kant en klare stukken als servetten, zakdoekjes en placemats. Dit servet heb ik gekocht bij Sosterne Grene, maar je kunt ze ook kopen bij Dille en Kamille of een tweedehands servet gebruiken. Handig is wel om ze eerst even te wassen voordat je gaat borduren.

Met een zacht verlopende lichtblauw perlégaren van Valdani is het een subtiel borduurwerkje geworden.

Het hoekmotief met de vogeltjes geborduurd op een servet.

Geborduurd met perlégaren.

Het leuke van verlopend garen is dat ieder vogeltje er net weer iets anders uitziet.

Net iets anders.

Van vogeltje naar visje

Ik weet niet of jullie het ook hebben, maar in het lijfje van het vogeltje, zag ik toch echt een visje.

Nu is het toch echt een visje.

 

Gelijk maar een schooltje getekend.

Een schooltje vissen.

En ja, er is er altijd een die de leider is die de anderen volgen. En er is er ook altijd eentje die tegen de stroom in zwemt.

Omdat ik op (licht)blauw linnen wilde borduren lukte me het niet om met de lichtmethode (raam of lichtbak/-plaat) het patroon op de stof te zetten. Deze keer heb ik het patroon dus eerst op tissuepapier (dus papier wat je wel vindt in schoenendozen etc.) getekend. vervolgens is het met een stiksteekje geborduurd op de stof door het tissuepapier.

De contouren geborduurd met een stiksteekje.

Papier weghalen.

Hierna scheur je het papier voorzichtig weg en hou je de geborduurde contour van het motief over.

Daarna kun je de motiefjes verder invullen.

Follow the leader.

En zo ziet het er in zijn geheel uit.

Het schooltje.

Van vogeltje naar tulp

Tja, door wat te spelen met het motief kwam er natuurlijk weer een bloem uit. Een tulp deze keer.

Door het vogeltje te kantelen lijkt het net een tulp.

Door wat te spelen met de verschillende elementen van de vorm krijg je leuke variaties.

Ik heb de invulling simpel gehouden en een 3 draads verlopend splijtgaren van Valdani gebruikt om de motieven te borduren.

En zo ziet het er geborduurd uit.

Uitwerking motief linksboven:

Met satijnsteken en een verdeling zoals in het oorspronkelijke vogeltje.

Uitwerking motief rechtsboven:

Met satijnsteken. De verdeling in het motief is verdwenen en ook de ‘snavel’.

Uitwerking motief midden links:

Met satijnsteek. De losse elementen zijn wat dichter bij elkaar gezet en het bolletjes onderop is verdwenen.

Uitwerking motief midden rechts:

Met satijnsteken. Er is een extra laag blaadjes toegevoegd.

Uitwerking motief onder links:

Met kettingsteken. Door het motief om te draaien krijg je een soort hangende tulpvorm.

Uitwerking onder rechts:

Met kettingsteken. De lagen blaadjes zijn dichter op elkaar geplaatst zodat je een vollere tulp krijgt.

Ik ben benieuwd naar jullie varianten op dit simpele motief waar je allerlei kanten mee uit kan. Laat ze vooral zien op de Facebookgroep. Ik wens je veel borduurplezier.

Challenge Oude Borduurpatronen

Ben jij al gestart met de Challenge Oude Borduurpatronen?

Alle patronen tot nu toe kun je hier bij elkaar vinden.

Ik hoop dat jullie ook weer geïnspireerd zijn voor het maken van een eigen (geborduurde) versie.

Iedereen kan mee doen. Ga gewoon lekker aan de slag met een techniek die je goed ligt of leuk vindt. Of probeer nu eens een andere techniek en ga wat experimenteren. Het delen van je resultaten is leuk, maar hoeft niet perse. Laat wat van je horen op de Facebook-groep Challenge Oude Patronen. Daar staan al een aantal uitwerkingen van deelnemers.

De volgende Challenge Oude Borduurpatronen zet ik 17 juni 2021, de derde donderdag van juni, op de website.

Visible Mending oftewel zichtbaar repareren

Met visible mending worden gaatjes en vlekjes in een geliefd kledingstuk, of zelfs scheuren in je spijkerbroek op decoratieve wijze zichtbaar gerepareerd. Was het vroeger de bedoeling dat je kapotte kleding onzichtbaar stopte of repareerde en was het een teken van zuinigheid en armoede. Nu mag dat gewoon gezien worden en wordt het zelfs met trots gedragen.

Vintage gebreide borstrok met kleurige zichtbare reparaties.

De afgelopen jaren zijn er een aantal boeken over (Visible) Mending verschenen, waarvan ik er een aantal op een rijtje zet voor jullie. Ze variëren van praktische uitleg, tot een andere manier van leven en het geven van historische context of een combinatie van deze drie elementen. Maar altijd hebben de auteurs van de boeken de wens om de consumptie van nieuwe kleding te verminderen, oude kleding te herwaarderen (en te koesteren), minder kleding weg te gooien en ze langer te gebruiken met behulp van (zichtbare) reparatietechnieken.

Mend! – A Refashioning Manual and Manifesto

Is geschreven door Kate Sekules.

Mend! gaat in op het What (Wat is mending?), Why (Waarom werd er gemend/gerepareerd), When (Sinds wanneer), Who (Wie deed het en wie doet het nu), Where (waar werd het gedaan), How (Hoe kan je menden/repareren), Which (Welke soorten zijn er) en Whether.

10 Redenen om te ‘menden’/repareren.

In het Who wordt ook een Nederlands inititatief genoemd, Golden Joinery van Margreet Sweerts en Saskia van Drimmelen waar je met goud je reparatie maakt op een geliefd kledingstuk geïnspireerd op Kintsugi. In 2015 heb ik daaraan meegedaan tijdens de Dutch Design Week in Tilburg zoals je hier kunt lezen.

Mijn reparatie is o.a. opgenomen in de collectie van Golden Joinery.

Met goud zichtbaar een geliefd kledingstuk repareren. foto door Liesbeth Kaag.

Naast de verschillende (borduur)steken waarmee je kunt repareren, staat het boek vol met nuttige schema’s die aangeven of je iets kunt repareren, of het eenvoudig of moeilijk is, en welke techniek het beste bij de ondergrond past.

Een pagina uit Mend!.

Ook laat het verschillende manieren van patches zien, maar ook ‘unpatches’ waarbij je het gat juist benadrukt/accentueert, van darns/stoppen, het verstoppen of juist accentueren van vlekjes. Eigenlijk te veel om op te noemen. Hier kun je bij de uitgever een aantal pagina’s inkijken. Ik heb het met veel genoegen van helemaal gelezen en ieder hoofdstuk heeft me weer verrast.

Mending Matters

Is geschreven door Katrina Rodabaugh. Het heeft twee ondertitels, namelijk ‘A slow Fashion guide for a well-loved wardrobe’ en Stitch, patch and repair your favorite denim & more’.

Mending Matters van Katrina Rodabaugh.

In Mending Matters legt Katrina uit hoe zij begonnen is met haar levenslange reis naar Slow Fashion en een ‘sustainable’ kledingkast. Het is eigenlijk heel simpel: Start vanaf het hier en nu. Gebruik wat je hebt. Doe wat je kan (“Start where you are. Use what you have. Do what you can.” Arthur Ashe). In 2013 startte ze met het project ‘Make Thrift Mend’ waarbij ze zichzelf beloofde om een heel jaar geen nieuwe kleding te kopen.

Het menden/repareren kwam als een logisch gevolg op deze beslissing omdat de kleding die ze had door het gebruik kapot ging. Een ervaring die ze in het boek met ons deelt. Naast een hoofdstuk materiaal en hulpmiddelen en een hoofdstuk basis technieken laat ze verder verschillende vormen van menden/repareren zien. Stap voor stap neemt ze ons mee hierin met duidelijke foto’s en uitleg.

De combinatie van Sashiko en een ‘inside patch’.

Darning – repair, make,  mend

Is van de Japanse Hikaru Noguchi.

‘Darning’ van Hikaru Noguchi.

Haar belangrijkste hulpmiddel is de stoppaddestoel waarmee ze 12 verschillende ‘darn/stop’ technieken maakt. Overigens kun je ook een rond blikje of appel als stoppaddestoel gebruiken of, bij het repareren van de vingers van een handschoen, een bezemsteel.

Stoppen met behulp van een stoppaddestoel.

Bij de uitleg van de technieken legt ze duidelijk uit wanneer je welke techniek het beste gebruikt waarna ze de techniek met stap voor stap foto’s laat zien. Aan de orde komen:

  • zandsteek (seedstitch),
  • het vierkant,
  • de dubbele/omkeerbare stop,
  • de combinatie van zandsteek en vierkant,
  • driehoekige stoppen,
  • Engels stoppen,
  • accordion stoppen,
  • applicatie en omgekeerde applicatie,
  • kettingsteek,
  • festonsteek (in de Honycomb darn) en de festonwiel (in de Tambourine darn).

De zichtbare, decoratieve stop op een versleten kussen gemaakt met een festonsteek.

Verder laat ze in het boek Darning veel gerepareerde kledingstukken als truien, handschoen, sokken, sjaals maar ook kussens zien, waarbij de aangeeft welke reparatiekeuzes ze heeft gemaakt en waarom. Mijn favoriete onderdeel zijn de samplers aan het eind van het boek waar ze verschillende soorten stoppen/darns laat zien op ondergronden als breiwerk, katoen/linnen, tricot en denim.

Met de technieken uit het boek kun je lekker kleurige stoppen/reparaties maken zoals hier op de vintage borstrok.

Het laatste boek dat ik wil bespreken is net verschenen.

Mending with Love – Creative Repairs for Your Favorite Things

Is van Noriko Misumi.

Mending with Love van Noriko Misumi.

Mending with Love gaat specifiek in op het repareren van sokken, het repareren van vlekken, gaten en rafels en het bedekken van vlekken met stempels. Maar in het laatste hoofdstuk gaat ze net een stapje verder door oude items om te toveren tot dingen die je nog leuker ezult vindt. Zo maakte ze een pannenlap van een oude trui die ze niet meer droeg.

Een pagina uit het boek met een duidelijke stap voor stap uitleg over hoe je een gat in je sok kunt repareren.

Het boek is een combinatie van stap voor stap uitleg van reparatietechnieken en veel voorbeelden en foto’s waarbij uitgelegd wordt wat het specifieke probleem was en hoe ze het heeft opgelost. Hierdoor wordt het heel tastbaar en is het zeer inspirerend om te zien wat er allemaal mogelijk is.

Een mooi voorbeeld hoe je een vlek op een werkbroek kunt bedekken met borduurwerk.

Aan het eind van het boek vind je een appendix met de verschillende reparatietechnieken duidelijk uitgelegd in stekentekeningen.

Wellicht hebben jullie ook nog voorbeelden van goede, leuk en vooral inspirerende boeken met betrekking tot visible mending. Laat het me weten via info@treeofneedlework.nl, dan voeg ik ze toe.

 

 

Bewogen wit

Ken je dat, dat je al jarig bezig bent met dingen, in mijn geval borduurwerk, dat schijnbaar totaal niets met elkaar te maken heeft. En dat je ineens de verbinding tussen al die losse werkjes kunt maken, waardoor er één geheel ontstaat, één thema. Dat had ik met mijn proefjes/samples van verschillende borduurtechnieken, vaak wel gemaakt in wit, offwhite of naturel, en, dat weet ik nu, allemaal vallend binnen het thema Bewogen wit.

Online cursus ‘Het Kunstkabinet/Cabinet of Curiousities’

Om iets nieuws te leren ben je nooit te oud. Ieder jaar probeer ik een cursus of workshop te volgen waarin ik nieuwe dingen leer. Naast borduurgerelateerde workshops zoals die van de Stitchclub van Textileartist.org probeer ik ook andere technieken of invalshoeken uit, die ik dan later weer in mijn borduurwerk kan integreren. Zo heb ik in de zomer van 2019 bij CREA in Amsterdam de zomerweekcursus Collage gevolgd. Hier heb ik daar verslag van gedaan.

Dit jaar kwam ik bij MK24 de online cursus ‘Het Kunstkabinet/Cabinet of Curiosities’ gegeven door Iris Kloppenburg tegen. Hierin maakte je aan de hand van een bestaand kunstwerk een vertaling naar een Cabinet of Curiosities, ook wel Kunstkabinet of Rariteitenkabinet genoemd.

Volgens Wikipedia is een kunst- en rariteitenkabinet een kast waarin een verzameling van kunst en rariteiten kon worden bewaard. Het was vooral populair in de 16e, 17e en 18e eeuw.

Onder ‘rariteiten’ verstaan we zeldzame voorwerpen die meestal werden ingevoerd van buiten Europa. Dat konden vreemde schelpen zijn, zoals de nautilusschelp, struisvogeleieren, mineralen, kristallen, edelstenen, parels, opgezette dieren, exotische dieren – de aankomst van een neushoorn in 1515 veroorzaakte al een hype, de Surinaamse pad zou erg populair worden in rariteitenkabinetten – en gedroogde planten. Ook inheemse eigenaardigheden zoals narwaltanden en Siamese tweelingen werden erin opgenomen. De ‘kunstcollectie’ omvatte bovenal schilderijen en prenten.

Aartshertog Leopold Wilhelm in zijn kunstgalerij in Brussel, geschilderd door David Teniers II.

Het woord kabinet sloeg aanvankelijk op het opbergmeubel waarin deze voorwerpen verzameld werden. Mettertijd ging men de kamer waar de ‘rariteiten’ opgeslagen waren kabinet noemen en ten slotte omvatte het woord kabinet de hele verzameling.

Het doel was het systematiseren van kennis, een soort voorloper van Wikipedia dus.

Mijn inspiratie

Geïnspireerd door één van de reliëfs van Jan Schoonhoven ging ik aan de slag.

Jan Schoonhoven – Combinatie 1968

Bijzonder aan de reliëfs van Jan Schoonhoven vind ik dat je, ondanks dat het in één kleur – wit – uitgevoerd is, afhankelijk waar je staat toch verschillende kleuren ziet. En dat het wit daardoor lijkt te bewegen. Dit komt o.a. door de schaduwwerking en het reliëf in het werk. Dat kan je niet goed ziet op de foto hierboven, maar wel op een zijaanblik van een ander werk.

Een zijaanzicht van een van de reliëfs van Jan Schoonhoven.

De textuur van de reliëfs deed me denken aan allerlei handwerktechnieken met reliëf zoals Zaans stikwerk of smockwerk. Ook had ik tijdens Broodje Breien van Loret Karman ooit gespeeld met de reliëfwerking van simpel breiwerk in recht en averechte steken en dat geprobeerd om te zetten in borduurwerk.

Een mooie gelegenheid dus om mijn uitgebreide proefjesverzameling eens op een bijzondere manier te presenteren in een kunstkabinet/rariteitenkabinet onder de naam ‘Bewogen wit/Ripled white’.

Bewogen wit 01-2021

Omdat voor mij het rariteitenkabinet geen stilstaand/vast beeld is, maar in beweging blijft door nieuwe toevoegingen of andere combinaties heeft mijn Kunstkabinet ‘Bewogen wit’ verschillende niet vaststaande vormen. En net als Jan Schoonhoven heb ik die met een (volg)nummer en een jaartal aangegeven.

De eerste variant is neergelegd als een ‘flatlay’ en gefotografeerd van bovenaf (birdeye view). En ondanks dat het ‘plat’ is, zie je toch duidelijk de texture en schaduwwerking van de verschillende onderdelen.

Het Kunstkabinet ‘Bewogen wit’ als flaylay.

Door het vanuit een andere hoek te fotograferen krijg je een ander beeld.

Vanuit een andere hoek.

Ook zie je sommige details dan beter.

Bewogen wit 02-2021

De tweede variant is meer gepresenteerd als een Wonderwall (een rariteitenkabinet werd ook wel Wunderkammer of Wonderkamer genoemd).

Kunstkabinet ‘Bewogen wit’ 02-2021/Majo van der Woude

Van de zijkant zie je goed de verschillende reliëfs.

De verschillende handwerktechnieken zijn min of meer gegroepeerd in de losse lijsten.

Borduurwerk en breiwerk.

Zandrimpels en vultechnieken als Zaans stikwerk en boutis.

Smockwerk en stofmanipulatie.

In en op het kastje/kabinetje liggen dingen als schelpen, zeeglas, bijzondere garens en Lammechientje, het bordurende zusje van Bartje.

Een minirariteitenkabinet in het grotere Rariteiten/Kunstkabinet.

Deze hoorde er natuurlijk ook bij.

En verder nog.

Stof manipulatie op zijn best.

Bewogen wit 03-2021

Onderdeel van de tweede variant, maar ook op zichzelf staand, is het werk wat ik naar aanleiding van de 2021 Community Stitch Challenge van Textileartist.org maakte, geïnspireerd door een workshop van Merill Comeau.

Bewogen wit 03-2021/Majo van der Woude

In tegenstelling tot ‘Bewogen wit 01-2021’ en ‘Bewogen wit 02-2021’ is dit wel een ‘blijvend’ werk.

Detail met smockwerk, bewerkt kant, textiel collage en geborduurde tekst.

En zo komt alles weer samen.

Challenge Oude Borduurpatronen april 2021

Het is de derde donderdag van april 2021, tijd voor een nieuwe Challenge Oude Borduurpatronen.

In mijn hoofd had ik iets anders bedacht, en dat ligt ook al klaar, maar toch heb ik gekozen voor dit patroontje uit Vrouw en Huis, nummer 9, 7e jaargang, 4 maart 1954. Het is namelijk een heel leuk randje dat je op verschillende manieren kunt borduren.

April 2021 patroon van de Challenge Oude Borduurpatronen.

Het patroon vind je hier.

Met verschillende borduursteken

Allereerst heb ik wat gespeeld met het patroon. In het originele patroon zitten de takjes met de 3 blaadjes aan de buitenkant en daar heb ik een variant op gemaakt door die takjes aan de binnenkant te plaatsen.

Wat spielerei met het originele patroon.

Eronder heb ik 3 dezelfde lijnen onder elkaar getekend. Vervolgens heb ik patroon omgedraaid en op de stof getekend met de lichtmethode. Ik gebruik daarvoor een lichtbak/-plaat, maar je kunt ook een raam gebruiken.

Ik wilde namelijk eerst wat stekencombinaties uitproberen.

Verschillende mogelijkheden op het randje te borduren.

In de bovenste rij is de steel geborduurd in stiksteek en de blaadjes in een losse kettingsteek.

Blaadjes in losse kettingsteek, steel in stiksteek.

Vervolgens is in de tweede rij de steel geborduurd met een steelsteek, wat een vloeiender geheel geeft. De blaadjes zijn geborduurd met satijnsteken.

Deze is geborduurd met satijnsteken en de steeksteek.

En de laatste rij is geborduurd met de steel in splijtsteek en de blaadjes met een losse kettingsteek waarna er een losse steek ingeborduurd is om hem een beetje op te vullen.

Als je een losse steek in de kettingsteek borduurt, wordt je blaadje wat gevulder.

Met de verschillende steken voor de steel en de blaadjes kun je weer andere combinaties maken.
Zo is het bovenste randje geborduurd met de steelsteek en de ‘gevulde’ losse kettingsteek.

Twee verschillende randjes.

En in het onderste randje heb ik alleen maar kettingsteken gebruikt (als lijnsteek en los).

Geborduurd met Paradijsgaren.

Alle randjes zijn geborduurd met Paradijsgaren uit de 5300 serie met de prachtige naam klaverveld.

Met verschillende garens

Naar aanleiding van de blog Variaties op een thema, patroon van de Faroër eilanden kreeg ik van Monique de tip dat je door te werken met verschillende garens je ook nieuwe variaties kunt krijgen. Een super idee om met deze randjes eens uit te proberen.

Geborduurd met de steelsteek en een ‘gevulde’ losse kettingsteek.

De bovenste rij is geborduurd met moerbeizijde van Blomsterstuga.
Wonderfil Eleganza is het tweede garen waarmee geborduurd is. Die is vergelijkbaar met Perlé nr. 8. De kleur is er eentje uit de Sue Spargo collectie. Deze kun je o.a. bij Heikina vinden.
En de laatste rij is geborduurd met katoen van Tentakulum uit de serie Painter’s Thread Grandma Moses.

De blaadjes in de laatste rij zijn met een losse steek gemaakt.

Voor de bovenste rij heb ik dunne borduurwol van Blomsterstuga gebruikt, ooit gekocht op de Handwerkbeurs in Zwolle.
De tweede rij is geborduurd met zijde van The Silk Mill. Die glanst heel mooi, al zie je dat niet zo goed op de foto.
En in de laatste rij heb ik de steel geborduurd met splijtzijde en de blaadjes met dikke Tapisseriewol. Een idee wat ik opgepikt heb uit het boek Simply Stitched van Yumiko Higuchi.

Afhankelijk van het effect wat je wilt krijgen en de toepassingen die je wilt borduren (niet alle garens zijn geschikt om in de wasmachine te gooien) kun je aan de hand hiervan dus een goede keus maken.

Ik ben benieuwd naar jullie varianten op dit elegante randje. Laat ze vooral zien op de Facebookgroep. Ik wens je veel borduurplezier.

Challenge Oude Borduurpatronen

Ben jij al gestart met de Challenge Oude Borduurpatronen?

Alle patronen tot nu toe kun je hier bij elkaar vinden.

Ik hoop dat jullie ook weer geïnspireerd zijn voor het maken van een eigen (geborduurde) versie.

Iedereen kan mee doen. Ga gewoon lekker aan de slag met een techniek die je goed ligt of leuk vindt. Of probeer nu eens een andere techniek en ga wat experimenteren. Het delen van je resultaten is leuk, maar hoeft niet perse. Laat wat van je horen op de Facebook-groep Challenge Oude Patronen. Daar staan al een aantal uitwerkingen van deelnemers.

De volgende Challenge Oude Borduurpatronen zet ik 20 mei 2021, de derde donderdag van mei, op de website.

Variaties op een thema – patroon van de Faroër eilanden

In de serie ‘Variaties op een thema’ deze keer een uitwerking van een oorspronkelijk breipatroon van de Faroër eilanden.

Jaren geleden vond ik op de tweedehands markt in Kolaportid in Reykjavik het boek ‘Foroysk bindingarmynstur’ met breipatronen van de Faroër eilanden. Ik heb geen idee waarom ik het meenam als niet-breister, maar waarschijnlijk trokken de vele patronen die ik ook als borduurster kon gebruiken me aan.

Het schijnt dat Hans Debes, de auteur, in ca. 100 jaar geleden besloot om zo veel mogelijk breimotieven van de Faroër eilanden te verzamelen en te bewaren door ze in een boek te publiceren dat voor het eerst in 1932 verscheen. Daarvoor werden de motieven alleen mondeling doorgegeven. Mijn boek is een heruitgave uit 1969.

Het ziet er aan de buitenkant alles behalve spannend uit.

En binnenin vind je pagina’s met gekleurde patronen waarbij je de breisteek ook kunt zien.

Gekleurde patronen met een breisteek.

En pagina’s met teltekeningen van patronen.

Duidelijke teltekeningen.

Als vingeroefening vond ik het leuk om een aantal patronen in kruissteek op aida in rood te borduren.

Een aantal patronen in kruissteek.

Maar al snel kwam de vraag ‘What if’ weer bij me op.

What if

Wat als je er één patroon uithaald en daarmee gaat spelen?
Uit de bovenstaande patronen koos ik deze om verder uit te werken.

Het oorspronkelijke patroon in kruissteek.

Wat als je als borduursteek de kruissteek aanhoudt, maar gaat variëren met het patroon?

Experimenteren met het patroon

Variaties op een patroon.

Bij het tweede blok heb ik het kruisje in patroon net een hokje naar rechts geplaatst. Je krijgt dan een soort diagonaal patroon. En bij het derde blok zijn de rijen versprongen zodat de blokjes niet naast elkaar staan, maar schuin onder elkaar.

Variaties op een patroon – 2

Bij deze variaties is het blokje aangepast van 3 x 3 steken naar 1 x 3, 1 x 5 en 1 x 3 steken waardoor je een ruitje krijgt. In het tweede blok heb ik ze laten verspringen. En in het derde blok heb ik de rijen ook nog in elkaar laten schuiven.

En in deze reeks zijn de blokjes in hoogte gevarieerd. In het eerste blok is telkens een tussenruimte aangehouden met dezelfde hoogte als het blokje eronder. Vervolgens is er een vaste tussenruimte van 1 kruisje aangehouden. En in de derde variant is de tussenruimte 1 kruisje, maar varieert de hoogte van het blokje tot maximaal 3 kruisjes en gaat daarna weer na 2 en 1 kruisje.

Je ziet aan deze voorbeelden eigenlijk al dat je met een minimale aanpassing een heel ander patroon krijgt.

Alle kruissteekvariaties die ik heb gemaakt.

De mogelijkheden zijn legio.

Experimenteren met andere borduursteken

Je kunt het patroon ook het patroon laten en gaan experimenten met de borduursteken.

Diverse kruisende steekvariaties

In het tweede blokje zijn de kruisssteken over 3 hokjes in de hoogte en 1 hokje in de breedte geborduurd waardoor je een langgerekte kruissteek krijgt. In het laatste blok zijn de juist over 3 hokjes in de breedte en 1 in de hoogte geborduurd zodat je een bredere kruissteek krijgt.

Dat ziet er getekend zo uit:

Kruisende steken.

Ook met een platsteek kun je leuke variaties maken, omdat je hem als contoursteek kunt gebruiken of als vulsteek.

Variaties in andere steken.

Nog wat andere variaties.

In tekening zie je wat beter wat ik gedaan heb.

Het helpt soms om het eerst uit te tekenen.

Nu zijn jullie aan de beurt

Het is nu aan jullie om nog meer variaties te bedenken. Of gewoon een andere patroon te nemen en daarop te gaan variëren.
Ik vind dat altijd een erg ontspannende exercitie, bijvoorbeeld als zondagborduurtje.

Het lijkt me leuk om jullie variaties later toe te voegen aan de blog, dus laat het me weten.

Resultaat van een fijne borduurzondag.

Hoekjes van Saskia Gijselhart

Saskia reageerde op mijn oproep en stuurde me het volgende patroon:

Een variatie aan hoekjes gebaseerd op het patroon van de Faroër eilanden door Saskia Gijselhart.

De eerste rij heeft ze diagonaal gespiegeld waarna ze is gaan spelen met de hoekjes.
Wat een leuke aanvulling.

 

Eerder gepubliceerde Variaties op een thema waren:

De koninginnesteek
Grote kerk in Veer in tapisserie
Stofversieren
Golven

 

Challenge Oude Borduurpatronen maart 2021

Het is de derde donderdag van maart 2021, tijd voor een nieuwe Challenge Oude Borduurpatronen.

Al ben en blijf ik een proefjes/samplemeisje, soms vind ik het ook leuk om iets te borduren waar ik mijn borduurwerk mee kan laten zien. En dan op een subtiele manier zoals op een etui, als klein borduurtje achterop een vest en trui of op een omslag voor een notitieboekje.

Dus toen ik een patroon met gestileerde bloemen uit Vrouw en Huis uit 4e jaargang, nr 34, 25 oogst 1951 vond kon ik gelijk al een paar toepassingen verzinnen waarop ik ze zou kunnen borduren.

Het patroon gaf deze keer ook wat borduursteken suggesties.

Stekensuggesties bij het patroon.

Nieuwe steek ontdekt… de inhaalsteek.

Ik heb twee stukken gekozen om uit te werken en het patroon daarvan vind je hier.

De gekozen patronen.

Op een tablethoes

Een paar jaar geleden had ik op de Kreadoe in Utrecht (ik weet nog precies op welke plek het kraam stond maar weet helaas niet meer van wie het kraam was) een stofpakket gekocht voor een tablethoes. Van een oude deken waren de benodigde stukken geknipt en al wat je nog moest doen was het aan elkaar naaien van deze onderdelen en eventueel de hoes nog met borduurwerk versieren.

Met 2 stukken vintage deken kun je al een tablethoes maken.

Ik heb er voor gekozen om het patroon met de 2 bloemen op SoluVlies te tekenen en daaroverheen te borduren. En andere manier is dat je het patroon op vloeipapier/tissuepaper tekent, de contouren met een rijgsteek borduren door het papier en de stof. Na het borduren haal je dan voorzichtig het vloeipapier weg en kun je het motief verder invullen met borduurwerk.

Borduren met het patroon op SoluVlies getekend.

Er is geborduurd met Perlé nummer 5, een wat dikkere draad, zodat het borduurwerk straks niet wegvalt in de grof/wollig aandoende stof.

De witte bloemen zijn goed te zien.

De hoes is dichtgenaaid met een uit elkaar staande festonsteek of dekensteek.

Festonsteek, Bron: TRC Needles, tekening door Martin HenseEn de tablet past er precies in.

Op tweedstof

Het andere motief wilde ik op tweedstof borduren met knalroze garen zodat er een mooi contrast zou ontstaan.
Verder koos ik voor het borduren van de contouren met een steelsteek. Ook hier is SoluVlies gebruikt als hulpmiddel om het patroon op de stof te zetten.

Je ziet de stof nog een beetje door het SoluVlies heen.

Doordat ik in een borduurring werk, maak ik de steelsteek in twee bewegingen.

Door de steeksteek met perlegaren (Wonderfil Eleganza, nr. 8) te borduren ziet het er nog meer als een koordje uit.

Het dilemma

Nadat ik het SoluVlies had weggespoeld vond ik dat het borduurwerk een beetje wegviel tegen de drukke ondergrond van de tweedstof.

Misschien heeft het toch een beetje meer contrast nodig?

Ik kon de blaadjes opvullen met een verlopend garen in dezelfde kleurenrange als de hardroze, eventueel samen met één van de andere kleuren uit het verlopend garen palet?

Heeft het deze kleuren nodig om extra contrast te krijgen?

Of ik kon de blaadjes opvullen met knalgeel?

Misschien niet de meest voor de hand liggende kleurencombinatie.

Nadat ik mijn dilemma op Instagram (@majovanderwoude) en Facebook geplaatst had, bleek dat de voorkeur voornamelijk uitging naar het zo laten of de oranje kleurencombinatie. Dus zo laten is het geworden met een kleine aanvulling door in de blaadjes van de grootste bloemen nog een extra steekje te plaatsen.

Heel subtiel is er een extra steekje in de bloemblaadjes geborduurd.

Toch bleef de ‘gele’ oplossing in mijn hoofd hangen.

Dat ziet er gelijk heel anders uit.

Je ziet dat de bloem gelijk een heel andere uitstraling krijgt als je de blaadjes vult met knalgeel en knalroze garen.

Omslag voor een notitieboekje

Van het geborduurde tweedlapje is uiteindelijk een omslag voor een notitieboekje gemaakt. Hoe je dat doet, heb ik hier al eerder beschreven.

De achterkant van het boekje.

De tablethoes en het notitieboekje, een geborduurd cadeautje is zo gemaakt.

Laat zien dat het jouw borduurwerk is

Als borduurster ‘tekenen’ we eigenlijk zelden ons borduurwerk terwijl we daar toch wel trots op mogen zijn. Misschien zetten we onze naam op een eigen ontworpen en gemaakte merklap of herinneringslap, maar daar is vaak alles mee gezegd. Terwijl we het toch er leuk en interessant vinden als we op oud borduurwerk en merklappen de naam of initialen van de borduurster en het jaartal kunnen ontdekken. Dat maakt dat het borduurwerk persoonlijk wordt, ook al weet je dat als het niet ‘getekend’ is, het ook door een persoon met de hand gemaakt is.

Omdat ik mijn naam, Majo van der Woude, te lang vond om op elk borduurwerk te zetten, heb ik een soort teken gemaakt van mijn initialen. Hierbij heb ik de M direct laten doorlopen in de W. Dat ziet er dan uit zoals hieronder.

Ik heb één teken gemaakt van mijn initialen M en W.

Ik gebruik mijn ‘ondertekening’ vooral bij eigen/origineel werk en als ik het borduurwerk weggeef als cadeautje. En soms…. vergeet ik het helaas. Maar dat is altijd achteraf gesproken.

Tekenen jullie je borduurwerk? En zo ja, heb je ook een eigen teken, gebruik je je initialen of je hele naam?

Ik wens je veel borduurplezier en laat vooral je eigen varianten zien op de Facebookgroep.

Challenge Oude Borduurpatronen

Ben jij al gestart met de Challenge Oude Borduurpatronen?

Alle patronen tot nu toe kun je hier bij elkaar vinden.

Ik hoop dat jullie ook weer geïnspireerd zijn voor het maken van een eigen (geborduurde) versie.

Iedereen kan mee doen. Ga gewoon lekker aan de slag met een techniek die je goed ligt of leuk vindt. Of probeer nu eens een andere techniek en ga wat experimenteren. Het delen van je resultaten is leuk, maar hoeft niet perse. Laat wat van je horen op de Facebook-groep Challenge Oude Patronen. Daar staan al een aantal uitwerkingen van deelnemers.

De volgende Challenge Oude Borduurpatronen zet ik 18 maart 2021, de derde donderdag van maart, op de website.