Berichten

Challenge Oude Borduurpatronen oktober 2021

Challenge Oude Borduurpatronen september 2021

Het is de derde donderdag in september 2021, tijd voor een nieuwe Challenge Oude Borduurpatronen.

Naast het patroon van de Challenge Oude Borduurpatronen van augustus 2021 vond ik in Vrouw en Huis, nr 50 – 43 jaargang, 15 december 1951 nog een ander patroon waarmee ik iets wilde doen. De omschrijving gaf aan dat het voor een handwerkzak was.

Het patroon van deze maand.

Het patroon vind je hier.

Via een halve cirkel naar een hele cirkel

Voordat ik het ging borduren wilde ik wat spelen met het patroon. Door er een bloem bij te tekenen kon ik er een halve cirkel van maken.

Aangevuld tot een halve cirkel.

En vervolgens een hele cirkel.

Een heel nieuw patroon.

Blauw kussen

Met dit patroon kon ik wat. Ik had namelijk nog een vierkant linnen kussen van Ikea waar het patroon perfect op paste. Overigens is de donkerblauwe kleur niet meer in het assortiment, maar nog wel andere kleuren.

Met behulp van SoluVlies zette ik het patroon op het kussen waarna ik het borduurde met witte perlé nr. 8.

Alle voorbereidingen klaar. Tijd om te starten met borduren.

Ik heb de borduursteken eenvoudig gehouden.
De stelen in steelsteek, de blaadjes en bloemblaadjes in satijnsteek. Het hart omringt met een kettingsteek en gevuld met Franse knoopjes.

Eenvoudige borduursteken met wit garen.

Het is redelijk eenvoudig om te borduren op een kant en klaar kussen. Waar je wel voor moet oppassen is dat je de achterkant niet meeborduurt. Ik gebruik daar een eenvoudig foefje voor. Door een vel papier of een plastic kaart (hergebruik van een plastic mapje dat kapot is) in het kussen te schuiven zorg je ervoor dat je een natuurlijke weerstand krijgt, waardoor je gelijk in de gaten hebt als je de achterkant meeborduurt. Ik gebruik dit truukje ook als ik bijvoorbeeld een mouw van een jasje of sok borduur.

Een handigheidje om de achterkant van het kussen niet mee te borduren.

Als het borduurwerk helemaal klaar is kun je de rijgdraden waarmee je het SoluVlies op het kussen hebt bevestigd weghalen en het SoluVlies wegspoelen met koud of lauw water.

Voor het spoelen.

Na het spoelen.

De witte bloemen komen heel mooi uit op de donkerblauwe stof.

Detail.

Ook bij Zara Home en H&M Home kun je op dit moment effen linnen en katoen kussens kopen. Soms is het namelijk heel handig om een kant-en-klaar kussen te gebruiken. Na het borduren is het namelijk gelijk klaar en kun je het gelijk in gebruik nemen.

Applicatie

Met tweede variatie wilde ik anders aanpakken. Hiervoor heb ik het originele patroon genomen en heb dit op de stof getekend met de lichtmethode (lichtbak/-plaat of raam).

De bloemetjes en blaadjes wilde ik eerst appliceren op de stof. Daarvoor heb ik geprinte stofjes gebruikt.

Voor de bloemetjes heb ik een stofje gebruikt met voorgedrukte bloemen.

Deze zijn grof uitgeknipt en op de juiste plaats met kleine (onzichtbare) steekjes vastgezet.

Het plaatsen van de uitgeknipte bloemetjes.

En blaadjes.

Daarna heb ik het patroon nogmaals getekend op tissue-/patroonpapier. Dit is over de applicaties gezet (en vastgeregen) en vervolgens geborduurd met een zwart draadje (2 draadjes splijtgaren) in stiksteken.

Je ziet de applicaties op de ondergrond nog een klein beetje doorschijnen.

Na het borduren scheur je het tissue-/patroonpapier voorzichtig weg en zie je het effect van de stiksteken in combinatie met de applicaties.

En dit is het resultaat.

Je kunt op verschillende manieren stof appliqueren. Ik vond het leuk om het dit keer op een hele speelse manier te doen.

Detail.

Ik ben benieuwd welke mogelijkheden jij ziet om dit patroon te borduren.

Vergeet niet om je borduurwerk te delen op de facebookgroep.

Challenge Oude Borduurpatronen

Ben jij al gestart met de Challenge Oude Borduurpatronen?

Alle patronen tot nu toe kun je hier bij elkaar vinden.

Ik hoop dat jullie ook weer geïnspireerd zijn voor het maken van een eigen (geborduurde) versie.

Iedereen kan mee doen. Ga gewoon lekker aan de slag met een techniek die je goed ligt of leuk vindt. Of probeer nu eens een andere techniek en ga wat experimenteren. Het delen van je resultaten is leuk, maar hoeft niet perse. Laat wat van je horen op de Facebook-groep Challenge Oude Patronen. Daar staan al een aantal uitwerkingen van deelnemers.

De volgende Challenge Oude Borduurpatronen zet ik 16 september 2021 op de website.

Challenge Oude Borduurpatronen augustus 2021

Het is de derde donderdag in augustus 2021, tijd voor een nieuwe Challenge Oude Borduurpatronen.

Onlangs kocht ik op de Stoffenmarkt in Utrecht, ook wel bekend onder de naam lapjesmarkt Breedstraat (iedere zaterdag van 8.00 – 13.00 uur) een stuk borduurstof. Het leek op Hardangerstof met bosjes van 2 draden en was redelijk stijf. Leuk om een telbaar borduurwerkje op te maken dacht ik.

In  Vrouw en Huis, nr 50 – 43 jaargang, 15 december 1951 vond ik een klein patroontje waarmee ik aan de slag kon. De omschrijving gaf aan dat je met het oorspronkelijk patroon een gehaakt sierkleedje zou kunnen maken.

Het originele patroon was gehaakt.

Ik heb er een kruissteekpatroontje van gemaakt en dat vind je hier.

Een speldenkussentje in kruissteek

Omdat het een vierkant patroontje was, leek me het leuk om er speldenkussentje in kruissteek van te maken.
Helaas (maar misschien ook niet) kwam ik er tijdens het borduren achter dat de stof niet vierkant geweven was. Dit maakt dat het geen vierkant maar rechthoekig kussentje is geworden. Met een wat afgeplatte roos.

Met linnen stof kun je dit eventueel compenseren door 3 draden in de hoogte en 2 draden in de breedte te gebruiken om een kruisje te maken. Hier heb ik er voor gekozen om de vorm gewoon de vorm te laten en daarmee te werken.

Niet vierkant, maar rechthoekig.

Om er een kussentje van te maken heb ik er in stiksteken een frame omheen geborduurd. Ditzelfde frame heb ik nogmaals geborduurd voor de achterkant.

De voor- en achterkant voor het speldenkussen zijn klaar.

Hierdoor kun je op een mooie manier kussentjes maken. Je vouwt namelijk de zoom van zowel de voor- als de achterkant naar binnen op de stiklijn. Dan leg je de voor- en achterkant met de verkeerde kanten op elkaar en naai je de onderdelen aan elkaar met een overhandse steek door de stiklijnen van beide lapjes.

Het aan elkaar zetten van de beide lapjes.

Je krijgt dan een mooi ‘koordje’ rondom. Als je halverwege de laatste kant bent, vul je het kussentje op met fiberfill of ander vulmateriaal. Daarna naai/borduur je het laatste stukje dicht.

En voilá, een speldenkussentje.

De roos in andere ‘telbare’ steken

Toen ging het kriebelen om de roos in andere ‘telbare’ steken te borduren.

Platsteken

Wat zou er gebeuren als ik de roos in platsteken zou borduren?

In platsteken.

Holbeinsteek of stiksteek

Of als ik alleen de contour zou borduren in een Holbeinsteek (dubbele rijgsteek) of een stiksteek.

Alleen de contour geborduurd.

Sorbellosteek

Wat te denken van een Sorbellosteek.

De roos in de Sorbello steek.

Voor de mensen die hem niet kennen, hieronder vind je de stappen om hem te maken.

Eerst maak je een liggend steekje over 2 bosjes. Vervolgens kom je linksonder weer naar boven met je naald.

Dan steek je onder de draad van het liggende steek van boven naar beneden waarbij je links van je draad uitkomt.

Dan steek je weer van boven naar beneden onder het liggende steekje. waarbij je rechts boven je draad uitkomt.

En als laatste maak je je steek af door rechtsonder door de stof naar beneden te steken.

Koninginnesteek

En als vierde variant heb ik de roos met een koninginnesteek geborduurd. Hier heb ik jullie al eerder over deze steek verteld.

De koninginnesteek.

Je maakt hierbij eerst een kruisje en vervolgens een plusje.

De koninginnesteek in stappen.

Al met al toch een leuke oefening, als was de stof dan niet helemaal vierkant.

Oefenlapje.

Ik ben benieuwd met welke varianten jij nog aan komt, wellicht gewoon wel een vierkant borduurwerkje of misschien wel een haakwerkje of weefwerkje. Dit soort patronen kun je voor allerlei soorten handwerken gebruiken.

Vergeet niet om je borduurwerk te delen op de facebookgroep.

Challenge Oude Borduurpatronen

Ben jij al gestart met de Challenge Oude Borduurpatronen?

Alle patronen tot nu toe kun je hier bij elkaar vinden.

Ik hoop dat jullie ook weer geïnspireerd zijn voor het maken van een eigen (geborduurde) versie.

Iedereen kan mee doen. Ga gewoon lekker aan de slag met een techniek die je goed ligt of leuk vindt. Of probeer nu eens een andere techniek en ga wat experimenteren. Het delen van je resultaten is leuk, maar hoeft niet perse. Laat wat van je horen op de Facebook-groep Challenge Oude Patronen. Daar staan al een aantal uitwerkingen van deelnemers.

De volgende Challenge Oude Borduurpatronen zet ik 16 september 2021 op de website.

Challenge Oude Borduurpatronen juli 2021

Een week later als normaal (het is de vierde week van juli 2021 en niet de derde) een nieuwe Challenge Oude Borduurpatronen. Ik had me verkeken op de tijd en was vorige week nog niet klaar met de borduurwerkjes voor juli.

Deze keer een patroon uit Vrouw en Huis, nr 19e – 7e jaargang, 13 mei 1954. De omschrijving is: Schaduwwerk – borduurmotief – servetzakje.
En laat ik er nu geen schaduwborduurwerk van gemaakt hebben. Al is dat wel een leuke optie, nu ik er over nadenk.

Originele patroon de ik gebruikt heb voor de Challenge van juli 2021.

Het patroon vind je hier.

Zaans Stikwerk

Eind juni heb ik tijdens de tentoonstelling Haute Bordure in het Fries Museum namens de Craftscouncil en in het kader van de Borduurschool een Masterclass Zaans Stikwerk gegeven. Dit maakt dat ik weer met heel andere ogen naar patronen aan het kijken ben.

Dit patroon ‘riep’ dan ook om een reliëftechniek als Zaans Stikwerk.
Zaans of Zaanlands stikwerk is een reliëf borduurtechniek die gebruik maakt van verschillende lagen stof. Met een stiksteek (of rijgsteek) worden motieven op de stof geborduurd waarna verschillende gedeeltes vanaf de achterkant opgevuld worden met dik garen en er zo reliëf ontstaat.

Je werkt dus met 2 lagen stof. Een fijne bovenlaag, waar je het patroon op tekent met een uitwisbare stift. Ik gebruik daarvoor een Frictionpen die je later met hitte (strijkbout of föhn) verwijderd. Een een grovere onderlaag, bijvoorbeeld van kaasdoek.

Fase 1: het borduren van de stiksteken.

Het is belangrijk dat je de twee lagen goed op elkaar rijgt zodat ze niet verschuiven. Vervolgens borduur je de lijnen met een stiksteek.

Alle stiksteken zijn geborduurd.

De volgende stap is dat je de penstrepen verwijderd met hitte.

Zonder penstrepen is het patroon nog net te zien.

Fase 2 is dat je de tunnels die nu zijn ontstaan via de achterkant vult met dik katoenen garen.

Vullen vanaf de achterkant.

En dat geeft reliëf aan de voorkant.

Hier kun je het reliëf goed zien.

Je ziet waar de dikke draden zitten als je het werk tegen het licht houdt.

 

Met mijn ‘alltime’ favoriete borduursteek, de kettingsteek

Het tweede voorbeeld wilde ik op gekleurde stof maken. Hiervoor heb ik geel/goud/oker linnen gebruikt. Pff wat is het moeilijk om die kleur fatsoenlijk op een foto te krijgen. Zoals je zult zien is dat niet helemaal gelukt.

Ik had van te voren geen vastomlijnd idee wat ik met dit lapje zou willen doen. Stap 1 was om het patroon op de stof te zetten. Met de lichtmethode zag ik het patroon niet door de stof, dus heb ik SoluVlies gebruikt dat ik na borduren kon wegspoelen.

De lijnen zijn met stiksteken geborduurd.

Omdat ik nog niet precies wist wat de vervolgstap was, leek het me handig om in ieder geval de contourlijnen te borduren voordat ik de SoluVlies wegwaste.

De kleur van het lapje en borduurwerk is op deze foto helemaal weggevallen maar je kunt nog wel zien dat alle contourlijnen geborduurd zijn.

Een beetje saai dus. Misschien had ik toch een contrasterende kleur moeten nemen om het patroon beter te laten uitkomen.
De andere optie was om het patroon helemaal te vullen. En hier kwam mijn favoriete borduursteek weer van pas, de kettingsteek.

Kettingsteken borduren is zo leuk.

En zo zien ze er dus samen uit.

Je ziet dat de lijnen gevuld met kettingsteken ook wat reliëf geven.

Misschien wil één van jullie wel een voorbeeld met een contrasterende kleur maken als variatie.

Nog even terugkomend op schaduwwerk

Mocht je de techniek van schaduwborduren willen uitproberen met dit patroon, gebruik dan een dunne, doorzichtige of bijna doorzichtige stof. Teken het patroon op de achterkant, want voor schaduwborduurwerk gebruik je de flanelsteek vanaf de achterkant. Op de voorkant zie je dan het borduurwerk van de achterkant doorschemeren terwijl je daar verder alleen stiksteken ziet.

Een voorbeeld van schaduwborduurwerk.

Vergeet niet om je borduurwerk te delen op de facebookgroep.

Challenge Oude Borduurpatronen

Ben jij al gestart met de Challenge Oude Borduurpatronen?

Alle patronen tot nu toe kun je hier bij elkaar vinden.

Ik hoop dat jullie ook weer geïnspireerd zijn voor het maken van een eigen (geborduurde) versie.

Iedereen kan mee doen. Ga gewoon lekker aan de slag met een techniek die je goed ligt of leuk vindt. Of probeer nu eens een andere techniek en ga wat experimenteren. Het delen van je resultaten is leuk, maar hoeft niet perse. Laat wat van je horen op de Facebook-groep Challenge Oude Patronen. Daar staan al een aantal uitwerkingen van deelnemers.

De volgende Challenge Oude Borduurpatronen zet ik 19 augustus 2021 op de website.

Strijkpatronen

Onlangs kreeg ik van een borduurvriendin een aantal strijkpatronen. Het was een bonte collectie van oude patronen zonder duidelijke herkomst en strijkpatronen uit tijdschriften als de Burda en de Margriet uit de jaren ’70/’80 van de vorige eeuw.

Dat, gecombineerd met het feit dat het Engelse tijdschrift Love Embroidery geregeld als cadeautje strijkpatronen meestuurt, triggerde de tot een uitprobeer sessie.
Wat wilde ik weten:

  • zijn de oude(re) strijkpatronen nog steeds te gebruiken?
  • hoe werkt dat, strijkpatronen?
  • en waarom gebruik ik ze tot nu toe amper?
Wat is een strijkpatroon?

‘Een strijkpatroon is een patroon dat met een speciale inkt in spiegelbeeld is gedrukt, zodat het leesbaar is wanneer het op een te borduren stof wordt gestreken. De inkt lost op door de hitte van een strijkijzer. Het patroon kan in zijn geheel op de stof gestreken worden, maar alle onderdelen zijn natuurlijk ook los toe te passen. Knip in dat geval het desbetreffende gedeelte zorgvuldig uit en strijk het op de stof. Let er dan wel op dat de stof naast het papier niet schroeit. Doorgaans kan een patroon verschillende malen gebruikt worden.’
Bron: Margriet

Overigens geeft de Margriet als advies het alleen als strijkpatroon op 100% katoen te gebruiken. Wil je het op synthetische stof of badstof gebruiken dan geven ze andere manieren om het patroon op de stof te zetten, waarbij je het patroon op tekenpapier strijkt in plaats van op de stof.

Hoe werkt het?

Ook weer uit de Margriet: ‘Speld het patroon, met de goede kant van de stof. Strijk het met een heet strijkijzer op de stof. Haal het patroon eraf en kijk of alle onderdelen goed gepakt hebben. Teken eventuele onderbrekingen met een scherp potlood bij.’

De gebruiksaanwijzing van een Eudora-strijkpatroon zijn wat uitgebreider. En ik wilde dat ik die eerder had gelezen, zoals je later zult zien.

  1. knip de delen weg welke niet op de stof moeten worden afgedrukt. Nummers e.d.
  2. Probeer welke temperatuur de stof kan verdragen en maak een proefdruk met de weggeknipte delen.
  3. Leg het strijkpatroon met de bedrukte zijde tegen de stof. Even vastspelden om verschuiven te voorkomen. Strijk nu met een goed warm ijzer in één richting over het patroon en U maakt een onberispelijke afdruk.
Mijn uitprobeersels

Aan de slag dus. Te beginnen met wat in mijn ogen een ‘echt’ oud strijkpatroon was.

Veel bloemetjes op de strijkpatronen.

Eerst het gedeelte van het patroon uitknippen wat ik op de stof wilde strijken.

Het uitgeknipte patroon.

Ik gebruik eigenlijk altijd bakpapier als bescherming voor het strijkijzer als ik iets wil strijken op stof.

Je ziet het strijkpatroon nog net onder het bakpapier.

Vergeet niet, voorzichtig te checken of het strijkpatroon goed op de stof is geprint.

Even een check.

En uiteindelijk ziet het gestreken patroon er zo uit op de stof.

Niet helemaal scherp, maar wel goed zichtbaar.

Uit een Margriet uit 1984 kwam een strijkpatroon van een kleurig alfabet.

Het ziet er altijd een beetje gek uit als de tekst in spiegelbeeld staat.

Het komt goed.

En geborduurd.

En als laatste een strijkpatroon uit Love Embroidery. Hier heb ik wat meer over dit borduurtijdschrift verteld.

Zeetafereeltjes, altijd leuk om te borduren.

Mmmm, niet zulke scherpe lijnen.

Maar gelukkig kun je daar overheen borduren.

Wat is er hier gebeurd?

En een scherpere print op de strijkplankhoes.

Conclusie: De oudere strijkpatronen zijn nog steeds goed te gebruiken. Als ze een wat lichtere afdruk geven dan kun je ze altijd even bijtekenen met een potlood of Frictionpen.
De nieuwe, bijvoorbeeld uit een tijdschrift als Love Embroidery zijn ook prima te gebruiken. Als je een wat scherpere tekening op de stof wilt hebben kun je altijd overwegen op een afdruk op papier te strijken en die te gebruiken om het patroon op de stof te tekenen met bijvoorbeeld de lichtmethode (raam of lichtbak/-plaat). En verder is het gebruik van een (dubbele) laag bakpapier ter bescherming van je strijkijzer en je strijkplankhoes wellicht aan te raden.

Wat ik overigens niet geprobeerd heb, is het aantal keren dat je een patroon kunt gebruiken. Misschien een volgende keer.

Nog wat tips

Vergeet niet om teksten als ‘Deze kant op de stof leggen’ of nummers weg te knippen. Anders krijg je dit:

Had ik maar alle instructies eerst gelezen…

Sommige strijkpatronen lenen zich bij uitstek voor het maken van leuke kindervoorstellingen. Strijk deze patronen af op papier en maak zo een eigen gemaakt kleurboek (Tip van Eudora).

En als je een strijkpatroon meerdere keren wilt gebruiken, kun je ook altijd overwegen om het op papier te strijken of over te trekken.
Dat laatste heb ik met dit strijkpatroon uit de Burda 8/79 gedaan.

Burda-Aufbügelmuster 8/79

Ook omdat ik het op een zwarte ondergrond wilde borduren. De borduurwol komt van Blomsterstuga.

Geborduurd met wol op een zwart wollen ondergrond.

Challenge Oude Borduurpatronen juni 2021

Ongelofelijk hoe snel de tijd gaat, het is al weer halverwege het jaar en over een paar dagen begint officieel de zomer. Maar het is ook de derde donderdag van juni 2021, dus tijd voor een nieuwe Challenge Oude Borduurpatronen.

Deze keer met bloemmotiefjes die leuk zijn om op kleine cadeautjes te borduren of je kleding mee te versieren. Ze deden me denken aan het Empirejak dat nu tentoongesteld is tijdens de tentoonstelling Haute Bordure in het Friesmuseum. Het jak is vol geborduurd is met kleine bloemmotieven.

Op dit jak zijn 30 verschillende bloemmotieven geborduurd waarvan er eentje is uitgewerkt in DIY-instructies tijdens de tentoonstelling Haute Bordure in het Fries Museum.

Over deze motiefjes en de DIY-instructies die ik voor het Fries Museum heb gemaakt, heb ik hier eerder geschreven.

De patroontjes komen uit Vrouw en Huis, nr 25 – 7e jaargang, 24 juni 1954. En als omschrijving staat erbij: Uitgewerkte motieven BLOEMENWEELDE voor allerlei handwerken.

Kleine motiefjes met bloemen.

Dit is het boeket wat erbij hoort.

Bloemenweelde.

 

Het patroon met zeven bloemmotiefjes vind je hier.

Uitwerkingen bloemmotiefjes

De eerste is een rozenbottel.

De tekening van de rozenbottel,

En uitgewerkt wordt dat:

De geborduurde rozenbottel.

Gebruikt zijn de steelsteek, satijnsteek en losse steekjes voor de takjes.

De tweede is een viooltje.

De tekening van het viooltje.

En uitgewerkt wordt dat:

Het viooltje in satijnsteken.

Ik heb traditionele kleurtjes gekozen, maar violen komen natuurlijk in allerlei kleuren.

Winterviool, bron: moarre-ljussens.frl

En als derde margrietjes.

De tekening van de margrietjes.

De bloemetjes van de margriet heb ik geborduurd in de losse kettingsteek. Die werd vroeger ook wel de margrietsteek genoemd, en in het Engels noemen we hem nog steeds de lazy daisy.

Geborduurde margrietjes.

En nu zijn jullie aan de beurt

Deze keer heb ik niet alle zeven bloemmotiefjes uitgewerkt, maar slechts drie. De vier andere laat ik aan jullie over. Inspiratie is overal te vinden.
Bijvoorbeeld bij het fuchsia motiefje.

Fuchsia motief.

Op het internet vind je allerlei foto’s van fuchsia’s die je kunt gebruiken als inspiratie voor de kleuren.

Hardy Fuchsia, bron: Mariasblooms.com

Of deze:

Hang fuchsia, bron: kwekerij-onderdijk.nl

Of je vindt ze in je eigen tuin.

Deze kan ik niet echt thuisbrengen, maar ik zie wel allerlei borduursteken om uit te proberen als de losse kettingsteek en het Franse knoopje. Het leuke van een fantasiebloemetjes is natuurlijk wel dat alles kan en mag. Ik ben benieuwd naar jullie versie van het volgende bloemetje.

En een takje met besjes is ook altijd leuk. Met rode besjes krijg je een winterachtig/kerstgevoel, met gele besjes denk ik weer meer aan de lijsterbes.

Takje met besjes.

Bonus

En dit patroontje ben ik vergeten op het patronenvel te zetten, maar ik vind het toch te leuk om het niet te delen.

Bonus motiefje.

Ik denk hierbij bijvoorbeeld als de klaverbloem in lila/paars of …. Misschien voor een geborduurde knoop of zo.

Vergeet niet om de geborduurde bloemetjes te delen op de facebookgroep.

Challenge Oude Borduurpatronen

Ben jij al gestart met de Challenge Oude Borduurpatronen?

Alle patronen tot nu toe kun je hier bij elkaar vinden.

Ik hoop dat jullie ook weer geïnspireerd zijn voor het maken van een eigen (geborduurde) versie.

Iedereen kan mee doen. Ga gewoon lekker aan de slag met een techniek die je goed ligt of leuk vindt. Of probeer nu eens een andere techniek en ga wat experimenteren. Het delen van je resultaten is leuk, maar hoeft niet perse. Laat wat van je horen op de Facebook-groep Challenge Oude Patronen. Daar staan al een aantal uitwerkingen van deelnemers.

De volgende Challenge Oude Borduurpatronen zet ik 22 juli 2021 op de website, dat is een week later dan gebruikelijk.

Challenge Oude Borduurpatronen mei 2021

Het is de derde donderdag van mei 2021, tijd voor een nieuwe Challenge Oude Borduurpatronen.

Na alle geborduurde bloemen van de afgelopen periode had ik deze keer de behoefte aan iets anders.
Op het patronenblad van Vrouw en Huis, nr 24 – 5e jaargang 14 juni 1952 vond ik een grappig patroontje van een gestyleerd vogeltje en daar ben ik mee aan de slag gegaan. Oorspronkelijk is het patroon voor een kleedje met in het midden een cirkel met 12 vogeltjes en in de hoeken telkens 4 vogeltjes.

Een patroontje van een vogeltje deze keer.

 

Het patroon van het hoekmotief met de 4 vogeltjes vind je hier.

Vogeltjes op een servet

Als eerste mogelijkheid heb ik het hoekmotief gebruikt om te borduren op een lichtblauw servet. Omdat ik geen ster in afwerken ben, gebruik ik vaak kant en klare stukken als servetten, zakdoekjes en placemats. Dit servet heb ik gekocht bij Sosterne Grene, maar je kunt ze ook kopen bij Dille en Kamille of een tweedehands servet gebruiken. Handig is wel om ze eerst even te wassen voordat je gaat borduren.

Met een zacht verlopende lichtblauw perlégaren van Valdani is het een subtiel borduurwerkje geworden.

Het hoekmotief met de vogeltjes geborduurd op een servet.

Geborduurd met perlégaren.

Het leuke van verlopend garen is dat ieder vogeltje er net weer iets anders uitziet.

Net iets anders.

Van vogeltje naar visje

Ik weet niet of jullie het ook hebben, maar in het lijfje van het vogeltje, zag ik toch echt een visje.

Nu is het toch echt een visje.

 

Gelijk maar een schooltje getekend.

Een schooltje vissen.

En ja, er is er altijd een die de leider is die de anderen volgen. En er is er ook altijd eentje die tegen de stroom in zwemt.

Omdat ik op (licht)blauw linnen wilde borduren lukte me het niet om met de lichtmethode (raam of lichtbak/-plaat) het patroon op de stof te zetten. Deze keer heb ik het patroon dus eerst op tissuepapier (dus papier wat je wel vindt in schoenendozen etc.) getekend. vervolgens is het met een stiksteekje geborduurd op de stof door het tissuepapier.

De contouren geborduurd met een stiksteekje.

Papier weghalen.

Hierna scheur je het papier voorzichtig weg en hou je de geborduurde contour van het motief over.

Daarna kun je de motiefjes verder invullen.

Follow the leader.

En zo ziet het er in zijn geheel uit.

Het schooltje.

Van vogeltje naar tulp

Tja, door wat te spelen met het motief kwam er natuurlijk weer een bloem uit. Een tulp deze keer.

Door het vogeltje te kantelen lijkt het net een tulp.

Door wat te spelen met de verschillende elementen van de vorm krijg je leuke variaties.

Ik heb de invulling simpel gehouden en een 3 draads verlopend splijtgaren van Valdani gebruikt om de motieven te borduren.

En zo ziet het er geborduurd uit.

Uitwerking motief linksboven:

Met satijnsteken en een verdeling zoals in het oorspronkelijke vogeltje.

Uitwerking motief rechtsboven:

Met satijnsteken. De verdeling in het motief is verdwenen en ook de ‘snavel’.

Uitwerking motief midden links:

Met satijnsteek. De losse elementen zijn wat dichter bij elkaar gezet en het bolletjes onderop is verdwenen.

Uitwerking motief midden rechts:

Met satijnsteken. Er is een extra laag blaadjes toegevoegd.

Uitwerking motief onder links:

Met kettingsteken. Door het motief om te draaien krijg je een soort hangende tulpvorm.

Uitwerking onder rechts:

Met kettingsteken. De lagen blaadjes zijn dichter op elkaar geplaatst zodat je een vollere tulp krijgt.

Ik ben benieuwd naar jullie varianten op dit simpele motief waar je allerlei kanten mee uit kan. Laat ze vooral zien op de Facebookgroep. Ik wens je veel borduurplezier.

Challenge Oude Borduurpatronen

Ben jij al gestart met de Challenge Oude Borduurpatronen?

Alle patronen tot nu toe kun je hier bij elkaar vinden.

Ik hoop dat jullie ook weer geïnspireerd zijn voor het maken van een eigen (geborduurde) versie.

Iedereen kan mee doen. Ga gewoon lekker aan de slag met een techniek die je goed ligt of leuk vindt. Of probeer nu eens een andere techniek en ga wat experimenteren. Het delen van je resultaten is leuk, maar hoeft niet perse. Laat wat van je horen op de Facebook-groep Challenge Oude Patronen. Daar staan al een aantal uitwerkingen van deelnemers.

De volgende Challenge Oude Borduurpatronen zet ik 17 juni 2021, de derde donderdag van juni, op de website.

Bewogen wit

Ken je dat, dat je al jarig bezig bent met dingen, in mijn geval borduurwerk, dat schijnbaar totaal niets met elkaar te maken heeft. En dat je ineens de verbinding tussen al die losse werkjes kunt maken, waardoor er één geheel ontstaat, één thema. Dat had ik met mijn proefjes/samples van verschillende borduurtechnieken, vaak wel gemaakt in wit, offwhite of naturel, en, dat weet ik nu, allemaal vallend binnen het thema Bewogen wit.

Online cursus ‘Het Kunstkabinet/Cabinet of Curiousities’

Om iets nieuws te leren ben je nooit te oud. Ieder jaar probeer ik een cursus of workshop te volgen waarin ik nieuwe dingen leer. Naast borduurgerelateerde workshops zoals die van de Stitchclub van Textileartist.org probeer ik ook andere technieken of invalshoeken uit, die ik dan later weer in mijn borduurwerk kan integreren. Zo heb ik in de zomer van 2019 bij CREA in Amsterdam de zomerweekcursus Collage gevolgd. Hier heb ik daar verslag van gedaan.

Dit jaar kwam ik bij MK24 de online cursus ‘Het Kunstkabinet/Cabinet of Curiosities’ gegeven door Iris Kloppenburg tegen. Hierin maakte je aan de hand van een bestaand kunstwerk een vertaling naar een Cabinet of Curiosities, ook wel Kunstkabinet of Rariteitenkabinet genoemd.

Volgens Wikipedia is een kunst- en rariteitenkabinet een kast waarin een verzameling van kunst en rariteiten kon worden bewaard. Het was vooral populair in de 16e, 17e en 18e eeuw.

Onder ‘rariteiten’ verstaan we zeldzame voorwerpen die meestal werden ingevoerd van buiten Europa. Dat konden vreemde schelpen zijn, zoals de nautilusschelp, struisvogeleieren, mineralen, kristallen, edelstenen, parels, opgezette dieren, exotische dieren – de aankomst van een neushoorn in 1515 veroorzaakte al een hype, de Surinaamse pad zou erg populair worden in rariteitenkabinetten – en gedroogde planten. Ook inheemse eigenaardigheden zoals narwaltanden en Siamese tweelingen werden erin opgenomen. De ‘kunstcollectie’ omvatte bovenal schilderijen en prenten.

Aartshertog Leopold Wilhelm in zijn kunstgalerij in Brussel, geschilderd door David Teniers II.

Het woord kabinet sloeg aanvankelijk op het opbergmeubel waarin deze voorwerpen verzameld werden. Mettertijd ging men de kamer waar de ‘rariteiten’ opgeslagen waren kabinet noemen en ten slotte omvatte het woord kabinet de hele verzameling.

Het doel was het systematiseren van kennis, een soort voorloper van Wikipedia dus.

Mijn inspiratie

Geïnspireerd door één van de reliëfs van Jan Schoonhoven ging ik aan de slag.

Jan Schoonhoven – Combinatie 1968

Bijzonder aan de reliëfs van Jan Schoonhoven vind ik dat je, ondanks dat het in één kleur – wit – uitgevoerd is, afhankelijk waar je staat toch verschillende kleuren ziet. En dat het wit daardoor lijkt te bewegen. Dit komt o.a. door de schaduwwerking en het reliëf in het werk. Dat kan je niet goed ziet op de foto hierboven, maar wel op een zijaanblik van een ander werk.

Een zijaanzicht van een van de reliëfs van Jan Schoonhoven.

De textuur van de reliëfs deed me denken aan allerlei handwerktechnieken met reliëf zoals Zaans stikwerk of smockwerk. Ook had ik tijdens Broodje Breien van Loret Karman ooit gespeeld met de reliëfwerking van simpel breiwerk in recht en averechte steken en dat geprobeerd om te zetten in borduurwerk.

Een mooie gelegenheid dus om mijn uitgebreide proefjesverzameling eens op een bijzondere manier te presenteren in een kunstkabinet/rariteitenkabinet onder de naam ‘Bewogen wit/Ripled white’.

Bewogen wit 01-2021

Omdat voor mij het rariteitenkabinet geen stilstaand/vast beeld is, maar in beweging blijft door nieuwe toevoegingen of andere combinaties heeft mijn Kunstkabinet ‘Bewogen wit’ verschillende niet vaststaande vormen. En net als Jan Schoonhoven heb ik die met een (volg)nummer en een jaartal aangegeven.

De eerste variant is neergelegd als een ‘flatlay’ en gefotografeerd van bovenaf (birdeye view). En ondanks dat het ‘plat’ is, zie je toch duidelijk de texture en schaduwwerking van de verschillende onderdelen.

Het Kunstkabinet ‘Bewogen wit’ als flaylay.

Door het vanuit een andere hoek te fotograferen krijg je een ander beeld.

Vanuit een andere hoek.

Ook zie je sommige details dan beter.

Bewogen wit 02-2021

De tweede variant is meer gepresenteerd als een Wonderwall (een rariteitenkabinet werd ook wel Wunderkammer of Wonderkamer genoemd).

Kunstkabinet ‘Bewogen wit’ 02-2021/Majo van der Woude

Van de zijkant zie je goed de verschillende reliëfs.

De verschillende handwerktechnieken zijn min of meer gegroepeerd in de losse lijsten.

Borduurwerk en breiwerk.

Zandrimpels en vultechnieken als Zaans stikwerk en boutis.

Smockwerk en stofmanipulatie.

In en op het kastje/kabinetje liggen dingen als schelpen, zeeglas, bijzondere garens en Lammechientje, het bordurende zusje van Bartje.

Een minirariteitenkabinet in het grotere Rariteiten/Kunstkabinet.

Deze hoorde er natuurlijk ook bij.

En verder nog.

Stof manipulatie op zijn best.

Bewogen wit 03-2021

Onderdeel van de tweede variant, maar ook op zichzelf staand, is het werk wat ik naar aanleiding van de 2021 Community Stitch Challenge van Textileartist.org maakte, geïnspireerd door een workshop van Merill Comeau.

Bewogen wit 03-2021/Majo van der Woude

In tegenstelling tot ‘Bewogen wit 01-2021’ en ‘Bewogen wit 02-2021’ is dit wel een ‘blijvend’ werk.

Detail met smockwerk, bewerkt kant, textiel collage en geborduurde tekst.

En zo komt alles weer samen.

Challenge Oude Borduurpatronen april 2021

Het is de derde donderdag van april 2021, tijd voor een nieuwe Challenge Oude Borduurpatronen.

In mijn hoofd had ik iets anders bedacht, en dat ligt ook al klaar, maar toch heb ik gekozen voor dit patroontje uit Vrouw en Huis, nummer 9, 7e jaargang, 4 maart 1954. Het is namelijk een heel leuk randje dat je op verschillende manieren kunt borduren.

April 2021 patroon van de Challenge Oude Borduurpatronen.

Het patroon vind je hier.

Met verschillende borduursteken

Allereerst heb ik wat gespeeld met het patroon. In het originele patroon zitten de takjes met de 3 blaadjes aan de buitenkant en daar heb ik een variant op gemaakt door die takjes aan de binnenkant te plaatsen.

Wat spielerei met het originele patroon.

Eronder heb ik 3 dezelfde lijnen onder elkaar getekend. Vervolgens heb ik patroon omgedraaid en op de stof getekend met de lichtmethode. Ik gebruik daarvoor een lichtbak/-plaat, maar je kunt ook een raam gebruiken.

Ik wilde namelijk eerst wat stekencombinaties uitproberen.

Verschillende mogelijkheden op het randje te borduren.

In de bovenste rij is de steel geborduurd in stiksteek en de blaadjes in een losse kettingsteek.

Blaadjes in losse kettingsteek, steel in stiksteek.

Vervolgens is in de tweede rij de steel geborduurd met een steelsteek, wat een vloeiender geheel geeft. De blaadjes zijn geborduurd met satijnsteken.

Deze is geborduurd met satijnsteken en de steeksteek.

En de laatste rij is geborduurd met de steel in splijtsteek en de blaadjes met een losse kettingsteek waarna er een losse steek ingeborduurd is om hem een beetje op te vullen.

Als je een losse steek in de kettingsteek borduurt, wordt je blaadje wat gevulder.

Met de verschillende steken voor de steel en de blaadjes kun je weer andere combinaties maken.
Zo is het bovenste randje geborduurd met de steelsteek en de ‘gevulde’ losse kettingsteek.

Twee verschillende randjes.

En in het onderste randje heb ik alleen maar kettingsteken gebruikt (als lijnsteek en los).

Geborduurd met Paradijsgaren.

Alle randjes zijn geborduurd met Paradijsgaren uit de 5300 serie met de prachtige naam klaverveld.

Met verschillende garens

Naar aanleiding van de blog Variaties op een thema, patroon van de Faroër eilanden kreeg ik van Monique de tip dat je door te werken met verschillende garens je ook nieuwe variaties kunt krijgen. Een super idee om met deze randjes eens uit te proberen.

Geborduurd met de steelsteek en een ‘gevulde’ losse kettingsteek.

De bovenste rij is geborduurd met moerbeizijde van Blomsterstuga.
Wonderfil Eleganza is het tweede garen waarmee geborduurd is. Die is vergelijkbaar met Perlé nr. 8. De kleur is er eentje uit de Sue Spargo collectie. Deze kun je o.a. bij Heikina vinden.
En de laatste rij is geborduurd met katoen van Tentakulum uit de serie Painter’s Thread Grandma Moses.

De blaadjes in de laatste rij zijn met een losse steek gemaakt.

Voor de bovenste rij heb ik dunne borduurwol van Blomsterstuga gebruikt, ooit gekocht op de Handwerkbeurs in Zwolle.
De tweede rij is geborduurd met zijde van The Silk Mill. Die glanst heel mooi, al zie je dat niet zo goed op de foto.
En in de laatste rij heb ik de steel geborduurd met splijtzijde en de blaadjes met dikke Tapisseriewol. Een idee wat ik opgepikt heb uit het boek Simply Stitched van Yumiko Higuchi.

Afhankelijk van het effect wat je wilt krijgen en de toepassingen die je wilt borduren (niet alle garens zijn geschikt om in de wasmachine te gooien) kun je aan de hand hiervan dus een goede keus maken.

Ik ben benieuwd naar jullie varianten op dit elegante randje. Laat ze vooral zien op de Facebookgroep. Ik wens je veel borduurplezier.

Challenge Oude Borduurpatronen

Ben jij al gestart met de Challenge Oude Borduurpatronen?

Alle patronen tot nu toe kun je hier bij elkaar vinden.

Ik hoop dat jullie ook weer geïnspireerd zijn voor het maken van een eigen (geborduurde) versie.

Iedereen kan mee doen. Ga gewoon lekker aan de slag met een techniek die je goed ligt of leuk vindt. Of probeer nu eens een andere techniek en ga wat experimenteren. Het delen van je resultaten is leuk, maar hoeft niet perse. Laat wat van je horen op de Facebook-groep Challenge Oude Patronen. Daar staan al een aantal uitwerkingen van deelnemers.

De volgende Challenge Oude Borduurpatronen zet ik 20 mei 2021, de derde donderdag van mei, op de website.

Variaties op een thema – patroon van de Faroër eilanden

In de serie ‘Variaties op een thema’ deze keer een uitwerking van een oorspronkelijk breipatroon van de Faroër eilanden.

Jaren geleden vond ik op de tweedehands markt in Kolaportid in Reykjavik het boek ‘Foroysk bindingarmynstur’ met breipatronen van de Faroër eilanden. Ik heb geen idee waarom ik het meenam als niet-breister, maar waarschijnlijk trokken de vele patronen die ik ook als borduurster kon gebruiken me aan.

Het schijnt dat Hans Debes, de auteur, in ca. 100 jaar geleden besloot om zo veel mogelijk breimotieven van de Faroër eilanden te verzamelen en te bewaren door ze in een boek te publiceren dat voor het eerst in 1932 verscheen. Daarvoor werden de motieven alleen mondeling doorgegeven. Mijn boek is een heruitgave uit 1969.

Het ziet er aan de buitenkant alles behalve spannend uit.

En binnenin vind je pagina’s met gekleurde patronen waarbij je de breisteek ook kunt zien.

Gekleurde patronen met een breisteek.

En pagina’s met teltekeningen van patronen.

Duidelijke teltekeningen.

Als vingeroefening vond ik het leuk om een aantal patronen in kruissteek op aida in rood te borduren.

Een aantal patronen in kruissteek.

Maar al snel kwam de vraag ‘What if’ weer bij me op.

What if

Wat als je er één patroon uithaald en daarmee gaat spelen?
Uit de bovenstaande patronen koos ik deze om verder uit te werken.

Het oorspronkelijke patroon in kruissteek.

Wat als je als borduursteek de kruissteek aanhoudt, maar gaat variëren met het patroon?

Experimenteren met het patroon

Variaties op een patroon.

Bij het tweede blok heb ik het kruisje in patroon net een hokje naar rechts geplaatst. Je krijgt dan een soort diagonaal patroon. En bij het derde blok zijn de rijen versprongen zodat de blokjes niet naast elkaar staan, maar schuin onder elkaar.

Variaties op een patroon – 2

Bij deze variaties is het blokje aangepast van 3 x 3 steken naar 1 x 3, 1 x 5 en 1 x 3 steken waardoor je een ruitje krijgt. In het tweede blok heb ik ze laten verspringen. En in het derde blok heb ik de rijen ook nog in elkaar laten schuiven.

En in deze reeks zijn de blokjes in hoogte gevarieerd. In het eerste blok is telkens een tussenruimte aangehouden met dezelfde hoogte als het blokje eronder. Vervolgens is er een vaste tussenruimte van 1 kruisje aangehouden. En in de derde variant is de tussenruimte 1 kruisje, maar varieert de hoogte van het blokje tot maximaal 3 kruisjes en gaat daarna weer na 2 en 1 kruisje.

Je ziet aan deze voorbeelden eigenlijk al dat je met een minimale aanpassing een heel ander patroon krijgt.

Alle kruissteekvariaties die ik heb gemaakt.

De mogelijkheden zijn legio.

Experimenteren met andere borduursteken

Je kunt het patroon ook het patroon laten en gaan experimenten met de borduursteken.

Diverse kruisende steekvariaties

In het tweede blokje zijn de kruisssteken over 3 hokjes in de hoogte en 1 hokje in de breedte geborduurd waardoor je een langgerekte kruissteek krijgt. In het laatste blok zijn de juist over 3 hokjes in de breedte en 1 in de hoogte geborduurd zodat je een bredere kruissteek krijgt.

Dat ziet er getekend zo uit:

Kruisende steken.

Ook met een platsteek kun je leuke variaties maken, omdat je hem als contoursteek kunt gebruiken of als vulsteek.

Variaties in andere steken.

Nog wat andere variaties.

In tekening zie je wat beter wat ik gedaan heb.

Het helpt soms om het eerst uit te tekenen.

Nu zijn jullie aan de beurt

Het is nu aan jullie om nog meer variaties te bedenken. Of gewoon een andere patroon te nemen en daarop te gaan variëren.
Ik vind dat altijd een erg ontspannende exercitie, bijvoorbeeld als zondagborduurtje.

Het lijkt me leuk om jullie variaties later toe te voegen aan de blog, dus laat het me weten.

Resultaat van een fijne borduurzondag.

Hoekjes van Saskia Gijselhart

Saskia reageerde op mijn oproep en stuurde me het volgende patroon:

Een variatie aan hoekjes gebaseerd op het patroon van de Faroër eilanden door Saskia Gijselhart.

De eerste rij heeft ze diagonaal gespiegeld waarna ze is gaan spelen met de hoekjes.
Wat een leuke aanvulling.

 

Eerder gepubliceerde Variaties op een thema waren:

De koninginnesteek
Grote kerk in Veer in tapisserie
Stofversieren
Golven