Het is tijd voor het tweede deel van de april-editie van de Challenge Oude Borduurpatronen.
Zoals verteld in de vorige blog, vond ik in Vrouw en Huis, nr 40, 6e jaargang, 3 oktober 1953 naast het patroon van maart de volgende patronen met als beschrijving ‘kleuterprentenboek’.
De patronen van het kleuterprentenboek.
Vorige week heb ik gekozen voor het patroon met de konijntjes. De uitwerking ervan kun je hier vinden.
De uitwerking van het konijntjespatroon.
Deel 2
En voor deze week heb ik de kat in de vensterbank gekozen.
Het patroon ‘Kat in de vensterbank’.
Het patroon kun je hier vinden.
Omdat ik voor een ander project al met lapjes bezig was, leek het me leuk om hiervoor applicaties te gebruiken en vervolgens te versieren/aan te vullen met borduurwerk.
Mijn voorraad was deze keer niet uitputtelijk. Ik heb thuis maar een kleine selectie van wat ik beschikbaar heb in mijn atelier. Aan de andere kant maakt beperking ook altijd creatiever. Ook hier heb ik weer rekening gehouden met de opdracht aan mezelf om de doelgroep, namelijk kleuters (het wordt een kleuterprentenboek), in gedachten te houden en het dus simpel te houden.
Het was nog even zoeken naar de juiste stofjes om te appliqueren.
Het appliceren
Nadat ik het patroon op de stof getekend had met een Friction pen en gebruik makend van een lichtbak/-plaat, heb ik de onderdelen die ik wilde appliqueren nogmaals overgetrokken, dit maal op tissuepapier. In huis had ik nog wat dun verpakkingsmateriaal dat je vindt in schoenendozen en wanneer je kleding besteld. Je kunt hier gemakkelijk op overtrekken en vervolgens de vormpjes uitknippen.
De volgende stap is om ze op de stof te spelden en ze dan samen uit te knippen.
Vervolgens speld of plak je ze dan op de juiste plek op de stof. Plakken…!!!!
Schrik niet. Tijdelijk plakken. Er is textiellijm beschikbaar, bijvoorbeeld van Sewline, waarmee je tijdelijk iets op textiel kan plakken zodat het niet verschuift tijdens het verwerken. Dat had ik nog niet eerder uitgeprobeerd, dus dit was het perfecte test hiervoor.
Tijdelijk lijm als hulpmiddel bij het appliqueren.
Voordeel is inderdaad dat het niet verschuift. Aandachtspunt is wel dat je even moet testen met de stofjes die je gebruikt. Ik had wat langere strookjes en die gingen heel snel los. Dus uiteindelijk heb ik alle applicaties ook nog met een klein steekje vastgezet.
De tip hierbij is dat als je zorgt dat je garen kiest in beige of in de kleur van het lapje en je maakt kleine steekjes aan de bovenkant en wat langere aan de onderkant je haast niet ziet wat je gedaan hebt (wel natuurlijk als je op 5 cm afstand gaat kijken…).
Het borduren
De volgende stap is het borduren.
De volgende stap was het borduren. Gebruikte borduursteken zijn stiksteek, kettingsteek, satijnsteek, festonsteek voor de cactusprikkels en een verdwaald Frans knoopje. De tulp is een beetje een rommeltje geworden doordat het stofje nogal rafelde. Aandachtspuntje voor een volgende keer dus.
In de vleugels en de staart van het vogeltje heb ik de ingrijpsteek gebruikt.
En zo is hij uiteindelijk geworden. Ik heb een simpele applicatietechniek, rawedge, gebruikt.
En klaar. Ook deze is nog niet gestreken.
Een tweede variant
Terwijl ik bezig was met het patroon, kwam ik een ‘andere’ manier tegen over hoe je een patroon op donkere stof kunt zetten. Tijd voor een experimentje dus.
Eerst teken je het patroon op overtrekpapier. Ik gebruik dan altijd calqueerpapier omdat dat wat steviger is.
Vervolgens teken je het patroon na op de achterkant van het calqueenpapier met een kalkpotlood. Ik heb hiervoor Derwent coloursoft in wit gebruikt (deze gebruiken we ook bij het tekenen van de blaadjes tijdens het ‘100.000 bomen en een bos van draad’-project en is volgens mij technisch gezien niet gemaakt met kalk, maar het gaat om het idee).
De afdruk/print van het patroon op de stof.
Dan leg je het calqueenpapier met de ‘kalk’-kant op de stof en teken je nogmaals het patroon na met een hard potlood of een pen met een punt. De kalk maakt zo een ‘print’ op de stof. Omdat de print maar lichtjes te zien was en de kalk verdwijnt als je er te vaak over wrijft, heb ik het patroon nogmaals nagetekend met een gelpen in wit.
Het patroon wordt bijgetekend met een gelpen.
Conclusie: het werkt, al is het wel bewerkelijk omdat je 4 keer het patroon overtrekt. Aan de andere kant kan het prettig zijn als je een patroon al vaker getekend hebt. Je krijgt het zo al een beetje in je vingers voordat je start met borduren.
Overigens zijn er ook transferpotloden of pennen op de markt die hetzelfde werken en waarmee je het patroon op de stof strijkt.
Het borduurwerk heb ik simpel gehouden met stiksteek en festonsteek voor de cactusprikkels in een beetje pluizig, wit garen.
De cactusprikkels worden met de festonsteek geborduurd.
En zo is het uiteindelijk geworden.
Zwart/wit.
Veel plezier met dit patroon. Ik ben benieuwd wat jullie er van maken en of je het samen met je (klein)kind(eren) gemaakt hebt. Laat het me even weten.
Challenge Oude Borduurpatronen
Ben jij al gestart met de Challenge Oude Borduurpatronen?
Het PDF-patroon van het eerste deel van de april 2020 Challenge Oude Borduurpatronen vind je hier.
Alle andere patronen kun je hier bij elkaar vinden.
Ik hoop dat jullie ook weer geïnspireerd zijn voor het maken van een eigen (geborduurde) versie.
Iedereen kan mee doen. Ga gewoon lekker aan de slag me een techniek die je goed ligt. Of probeer nu eens een andere techniek en ga wat experimenteren. Het delen van je resultaten is leuk, maar hoeft niet persé. Laat wat van je horen op de Facebook-groep Challenge Oude Patronen. Daar staan al een aantal uitwerkingen van deelnemers.
Deel 3 van het april-patroon maak ik volgende week donderdag bekend.
En de voorkant.
